Handelingen 19:11 | En God deed ongewone krachten door de handen van Paulus; |
Handelingen 19:19 | Velen ook dergenen, die ijdele [kunsten] gepleegd hadden, brachten de boeken bijeen, en verbrandden ze in aller tegenwoordigheid; en berekenden de waarde derzelve, en bevonden vijftig duizend zilveren [penningen]. |
Handelingen 19:21 | En als deze dingen volbracht waren, nam Paulus voor in den Geest, Macedonie en Achaje doorgegaan hebbende, naar Jeruzalem te reizen, zeggende: Nadat ik aldaar zal geweest zijn, moet ik ook Rome zien. |
Handelingen 19:34 | Maar als zij verstonden, dat hij een Jood was, werd er een stem van allen, roepende omtrent twee uren lang: Groot is de Diana der Efezeren! |
Handelingen 20:2 | En als hij die delen doorgereisd, en hen met vele redenen vermaand had, kwam hij in Griekenland. |
Handelingen 20:5 | Dezen, vooraf heengegaan zijnde, wachtten ons te Troas. |
Handelingen 20:10 | Doch Paulus, afgekomen zijnde, viel op hem, en [hem] omvangende, zeide hij: Weest niet beroerd; want zijn ziel is in hem. |
Handelingen 20:11 | En als hij [weder] boven gegaan was, en brood gebroken en [wat] gegeten had, en lang, tot den dageraad toe, met hen gesproken had, vertrok hij alzo. |
Handelingen 20:13 | Maar wij, vooruit naar het schip gegaan zijnde, voeren af naar Assus, waar wij Paulus zouden innemen; want hij had het alzo bevolen, en hij zelf zou te voet gaan. |
Handelingen 20:14 | En als hij zich te Assus bij ons gevoegd had, namen wij hem in, en kwamen te Mitylene. |
Handelingen 20:19 | Dienende den Heere met alle ootmoedigheid, en vele tranen, en verzoekingen, die mij overkomen zijn door de lagen der Joden; |
Handelingen 20:36 | En als hij dit gezegd had, heeft hij nederknielende met hen allen gebeden. |
Handelingen 20:37 | En er werd een groot geween van [hen] allen; en zij, vallende om den hals van Paulus, kusten hem; |
Handelingen 21:2 | En een schip gevonden hebbende, dat naar Fenicie overvoer, gingen wij er in, en voeren af. |
Handelingen 21:3 | En als wij Cyprus in het gezicht gekregen, en dat aan de linker[hand] gelaten hadden, voeren wij naar Syrie, en kwamen aan te Tyrus; want het schip zoude aldaar den last ontladen. |
Handelingen 21:4 | En de discipelen gevonden hebbende, bleven wij daar zeven dagen; dewelke tot Paulus zeiden door den Geest, dat hij niet zou opgaan naar Jeruzalem. |
Handelingen 21:5 | Toen het nu geschiedde, dat wij deze dagen doorgebracht hadden, gingen wij uit, en reisden [voort]; en zij geleidden ons allen met vrouwen en kinderen tot buiten de stad; en aan den oever nederknielende, hebben wij gebeden. |
Handelingen 21:8 | En des anderen [daags], Paulus en wij, die met hem waren, gingen van daar en kwamen te Cesarea; en gegaan zijnde in het huis van Filippus, den evangelist (die [een] was van de zeven), bleven wij bij hem. |
Handelingen 21:11 | En hij kwam tot ons, en nam den gordel van Paulus, en zichzelven handen en voeten gebonden hebbende, zeide: Dit zegt de Heilige Geest: Den man, wiens deze gordel is, zullen de Joden alzo te Jeruzalem binden, en overleveren in de handen der heidenen. |
Handelingen 21:14 | En als hij zich niet liet afraden, hielden wij ons tevreden, zeggende: De wil des Heeren geschiede. |