G5692
-

Bijbelteksten

1 Timotheus 6:15Welke te Zijner tijd vertonen zal de zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen, en Heere der heren;
2 Timotheus 2:11Dit is een getrouw woord; want indien wij met [Hem] gestorven zijn, zo zullen wij ook met [Hem] leven;
2 Timotheus 2:12Indien wij verdragen, wij zullen ook met [Hem] heersen; indien wij [Hem] verloochenen, Hij zal ons ook verloochenen;
2 Timotheus 2:16Maar stel u tegen het ongoddelijk ijdel-roepen; want zij zullen in meerdere goddeloosheid toenemen.
2 Timotheus 2:17En hun woord zal voorteten, gelijk de kanker; onder welke is Hymeneus en Filetus;
2 Timotheus 3:9Maar zij zullen niet meerder toenemen; want hun uitzinnigheid zal allen openbaar worden, gelijk ook [die] van genen geworden is.
2 Timotheus 3:13Doch de boze mensen en bedriegers zullen tot erger voortgaan, verleidende en wordende verleid.
2 Timotheus 4:3Want er zal een tijd zijn, wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar kittelachtig zijnde van gehoor, zullen zij zichzelven leraars opgaderen, naar hun eigen begeerlijkheden;
2 Timotheus 4:4En zullen [hun] gehoor van de waarheid afwenden, en zullen zich keren tot fabelen.
2 Timotheus 4:8Voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter, in dien dag geven zal; en niet alleen mij, maar ook allen, die Zijn verschijning liefgehad hebben.
2 Timotheus 4:18En de Heere zal mij verlossen van alle boos werk, en bewaren tot Zijn hemels Koninkrijk; Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.
Titus 3:12Als ik Artemas tot u zal zenden, of Tychikus, zo benaarstig u tot mij te komen te Nikopolis; want aldaar heb ik voorgenomen te overwinteren.
Filemon 1:19Ik, Paulus, heb het geschreven met deze mijn hand, ik zal het betalen; opdat ik u niet zegge, dat gij ook uzelven mij daartoe schuldig zijt.
Filemon 1:21Ik heb aan u geschreven, vertrouwende op uw gehoorzaamheid; en ik weet, dat gij doen zult ook boven hetgeen ik zeg.
Hebreeen 1:12En als een dekkleed zult Gij ze ineenrollen, en zij zullen veranderd worden; maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren zullen niet ophouden.
Hebreeen 2:12Zeggende: Ik zal Uw naam Mijn broederen verkondigen; in het midden der Gemeente zal Ik U lofzingen.
Hebreeen 6:14Zeggende: Waarlijk, zegenende zal Ik u zegenen, en vermenigvuldigende zal Ik u vermenigvuldigen.
Hebreeen 8:5Welke het voorbeeld en de schaduw der hemelse dingen dienen, gelijk Mozes door Goddelijke aanspraak vermaand was, als hij den tabernakel volmaken zou: Want zie, zegt Hij, dat gij het alles maakt naar de afbeelding, die u op den berg getoond is.
Hebreeen 8:8Want [hen] berispende, zegt Hij tot hen: Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere, en Ik zal over het huis Israels, en over het huis van Juda een nieuw verbond oprichten;
Hebreeen 8:10Want dit is het verbond, dat Ik met het huis Israels maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven, en in hun harten zal Ik die inschrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.

Mede mogelijk dankzij