2 Corinthiers 8:21 | Als die bezorgen, hetgeen eerlijk is, niet alleen voor den Heere, maar ook voor de mensen. |
2 Corinthiers 10:5 | Dewijl wij de overleggingen ter nederwerpen, en alle hoogte, die zich verheft tegen de kennis van God, en alle gedachte gevangen leiden tot de gehoorzaamheid van Christus; |
2 Corinthiers 11:13 | Want zulke valse apostelen zijn bedriegelijke arbeiders, zich veranderende in apostelen van Christus. |
Galaten 3:13 | Christus heeft ons verlost van den vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die aan het hout hangt. |
Galaten 5:6 | Want in Christus Jezus heeft noch besnijdenis enige kracht noch voorhuid, maar het geloof, door de liefde werkende. |
Galaten 5:26 | Laat ons niet zijn zoekers van ijdele eer, elkander tergende, elkander benijdende. |
Efeziers 1:16 | Houde niet op voor u te danken, gedenkende uwer in mijn gebeden; |
Efeziers 1:23 | Welke Zijn lichaam is, [en] de vervulling Desgenen, Die alles in allen vervult. |
Efeziers 3:20 | Hem nu, Die machtig is meer dan overvloediglijk te doen, boven al wat wij bidden of denken, naar de kracht, die in ons werkt, |
Efeziers 5:16 | Den tijd uitkopende, dewijl de dagen boos zijn. |
Filippenzen 1:4 | (Te allen tijd in al mijn gebed voor u allen met blijdschap het gebed doende) |
Colossenzen 1:6 | Hetwelk tot u gekomen is, gelijk ook in de gehele wereld, en het brengt vruchten voort, gelijk ook onder u, van dien dag af dat gij gehoord hebt, en de genade Gods in waarheid bekend hebt. |
Colossenzen 1:9 | Waarom ook wij, van dien dag af dat wij het gehoord hebben, niet ophouden voor u te bidden en te begeren, dat gij moogt vervuld worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk verstand; |
Colossenzen 1:29 | Waartoe ik ook arbeide, strijdende naar Zijn werking, die in mij werkt met kracht. |
Colossenzen 4:5 | Wandelt met wijsheid bij degenen, die buiten zijn, den bekwamen tijd uitkopende. |
1 Thessalonicensen 1:2 | Wij danken God altijd over u allen, uwer gedachtig zijnde in onze gebeden; |
1 Thessalonicensen 5:12 | En wij bidden u, broeders, erkent degenen, die onder u arbeiden, en uw voorstanders zijn in den Heere, en u vermanen; |
1 Timotheus 3:4 | Die zijn eigen huis wel regeert, [zijn] kinderen in onderdanigheid houdende, met alle stemmigheid; |
1 Timotheus 3:12 | Dat de diakenen ener vrouwe mannen zijn, die [hun] kinderen en hun eigen huizen wel regeren. |
1 Timotheus 4:6 | Als gij deze dingen den broederen voorstelt, zo zult gij een goed dienaar van Jezus Christus zijn, opgevoed in de woorden des geloofs en der goede leer, welke gij achtervolgd hebt. |