Handelingen 3:16 | En door het geloof in Zijn Naam heeft Zijn Naam dezen gesterkt, dien gij ziet en kent; en het geloof, dat door Hem is, heeft hem deze volmaakte gezondheid gegeven, in uw aller tegenwoordigheid. |
Handelingen 3:17 | En nu, broeders, ik weet, dat gij het door onwetendheid gedaan hebt, gelijk als ook uw oversten. |
Handelingen 4:10 | Zo zij u allen kennelijk, en het ganse volk Israel, dat door den Naam van Jezus Christus, den Nazarener, Dien gij gekruist hebt, Welken God van de doden heeft opgewekt, door Hem, [zeg ik], staat deze hier voor u gezond. |
Handelingen 5:28 | Hebben wij u niet ernstiglijk aangezegd, dat gij in dezen Naam niet zoudt leren? En ziet, gij hebt met deze uw leer Jeruzalem vervuld, en gij wilt het bloed van dezen Mens over ons brengen. |
Handelingen 7:33 | En de Heere zeide tot hem: Ontbind de schoenen van uw voeten; want de plaats in welke gij staat, is heilig land. |
Handelingen 7:40 | Zeggende tot Aaron: Maak ons goden, die voor ons heengaan; want [wat] dezen Mozes [aangaat], die ons uit het land van Egypte geleid heeft, wij weten niet, wat hem geschied is. |
Handelingen 8:24 | Doch Simon, antwoordende, zeide: Bidt gijlieden voor mij tot den Heere, opdat niets over mij kome van hetgeen gij gezegd hebt. |
Handelingen 9:17 | En Ananias ging heen en kwam in het huis; en de handen op hem leggende, zeide hij: Saul, broeder! de Heere heeft mij gezonden, [namelijk] Jezus, Die u verschenen is op den weg, dien gij kwaamt, opdat gij weder ziende en met den Heiligen Geest vervuld zoudt worden. |
Handelingen 10:20 | Daarom sta op, en ga af, en reis met hen, niet twijfelende; want ik heb hen gezonden. |
Handelingen 10:37 | Gijlieden weet de zaak, die geschied is door geheel Judea, beginnende van Galilea, na den doop, welken Johannes gepredikt heeft; |
Handelingen 12:11 | En Petrus, tot zichzelven gekomen zijnde, zeide: Nu weet ik waarachtiglijk dat de Heere Zijn engel uitgezonden heeft, en mij verlost heeft uit de hand van Herodes, en [uit] al de verwachting van het volk der Joden. |
Handelingen 13:32 | En wij verkondigen u de belofte, die tot de vaderen geschied is, dat [namelijk] God dezelve vervuld heeft aan ons, hun kinderen, als Hij Jezus verwekt heeft. |
Handelingen 13:33 | Gelijk ook in den tweeden psalm geschreven staat: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd. |
Handelingen 13:34 | En dat Hij Hem uit de doden heeft opgewekt, alzo dat Hij niet meer zal tot verderving keren, heeft Hij aldus gezegd: Ik zal ulieden de weldadigheden Davids geven, die getrouw zijn; |
Handelingen 13:47 | Want alzo heeft ons de Heere geboden, [zeggende]: Ik heb u gesteld tot een licht der heidenen, opdat gij zoudt zijn tot zaligheid, tot aan het uiterste der aarde. |
Handelingen 15:27 | Wij hebben dan Judas en Silas gezonden, die ook met den mond hetzelfde zullen verkondigen. |
Handelingen 16:15 | En als zij gedoopt was, en haar huis, bad [zij ons], zeggende: Indien gij hebt geoordeeld, dat ik den Heere getrouw ben, zo komt in mijn huis, en blijft er. En zij dwong ons. |
Handelingen 16:36 | En de stokbewaarder boodschapte deze woorden aan Paulus, [zeggende]: De hoofdmannen hebben gezonden, dat gij zoudt losgelaten worden; gaat dan nu uit, en reist heen in vrede. |
Handelingen 17:28 | Want in Hem leven wij, en bewegen ons, en zijn wij; gelijk ook enigen van uw poeten gezegd hebben: Want wij zijn ook Zijn geslacht. |
Handelingen 20:25 | En nu ziet, ik weet, dat gij allen, waar ik doorgegaan ben, predikende het Koninkrijk Gods, mijn aangezicht niet meer zien zult. |