H200 אִוֶּלֶת
dwaasheid, verdwaasdheid, dwaas

Bijbelteksten

Psalm 38:6Mijn etterbuilen stinken, zij zijn vervuild, vanwege mijn dwaasheid.
Psalm 69:6O God! Gij weet van mijn dwaasheid, en mijn schulden zijn voor U niet verborgen.
Spreuken 5:23Hij zal sterven, omdat hij zonder tucht geweest is, en in de grootheid zijner dwaasheid zal hij verdwalen.
Spreuken 12:23Een kloekzinnig mens bedekt de wetenschap; maar het hart der zotten roept dwaasheid uit.
Spreuken 13:16Al wie kloekzinnig is, handelt met wetenschap; maar een zot breidt dwaasheid uit.
Spreuken 14:1Elke wijze vrouw bouwt haar huis; maar die zeer dwaas is, breekt het af met haar handen.
Spreuken 14:8De wijsheid des kloekzinnigen is zijn weg te verstaan; maar dwaasheid der zotten is bedriegerij.
Spreuken 14:17Die haastig is tot toorn, zal dwaasheid doen; en een man van schandelijke verdichtselen zal gehaat worden.
Spreuken 14:18De slechten erven dwaasheid; maar de kloekzinnigen zullen zich met wetenschap kronen.
Spreuken 14:24Der wijzen kroon is hun rijkdom; de dwaasheid der zotten is dwaasheid.
Spreuken 14:29De lankmoedige is groot van verstand; maar die haastig is van gemoed, verheft de dwaasheid.
Spreuken 15:2De tong der wijzen maakt de wetenschap goed; maar de mond der zotten stort overvloediglijk dwaasheid uit.
Spreuken 15:14Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden.
Spreuken 15:21De dwaasheid is den verstandeloze blijdschap; maar een man van verstand zal recht wandelen.
Spreuken 16:22Het verstand dergenen, die het bezitten, is een springader des levens; maar de tucht der dwazen is dwaasheid.
Spreuken 17:12Dat een beer, die van jongen beroofd is, een man tegemoet kome, maar niet een zot in zijn dwaasheid.
Spreuken 18:13Die antwoord geeft, eer hij zal gehoord hebben, dat is hem dwaasheid en schande.
Spreuken 19:3De dwaasheid des mensen zal zijn weg verkeren; en zijn hart zal zich tegen den HEERE vergrammen.
Spreuken 22:15De dwaasheid is in het hart des jongen gebonden; de roede der tucht zal ze verre van hem wegdoen.
Spreuken 24:9De gedachte der dwaasheid is zonde; en een spotter is den mens een gruwel.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs