H341 אֹיֵב
vijand

Bijbelteksten

Psalm 56:10Dan zullen mijn vijanden achterwaarts keren, ten dage als ik roepen zal; dit weet ik, dat God met mij is.
Psalm 59:2Red mij van mijn vijanden, o mijn God! stel mij in een hoog vertrek voor degenen, die tegen mij opstaan.
Psalm 61:4Want Gij zijt mij een Toevlucht geweest, een sterke Toren voor den vijand.
Psalm 64:2Hoor, o God! mijn stem in mijn geklag; behoed mijn leven voor des vijands schrik.
Psalm 66:3Zegt tot God: Hoe vreselijk zijt Gij [in] Uw werken! Om de grootheid Uwer sterkte zullen zich Uw vijanden geveinsdelijk aan U onderwerpen.
Psalm 68:2God zal opstaan, Zijn vijanden zullen verstrooid worden, en Zijn haters zullen van Zijn aangezicht vlieden.
Psalm 68:22Voorzeker zal God den kop Zijner vijanden verslaan, den harigen schedel desgenen, die in zijn schulden wandelt.
Psalm 68:24Opdat gij uw voet, [ja,] de tong uwer honden, moogt steken in het bloed van de vijanden, van een iegelijk van hen.
Psalm 69:5Die mij zonder oorzaak haten, zijn meer dan de haren mijns hoofds; die mij zoeken te vernielen, die mij om valse oorzaken vijand zijn, zijn machtig geworden; wat ik niet geroofd heb, moet ik alsdan wedergeven.
Psalm 69:19Nader tot mijn ziel, bevrijd ze; verlos mij om mijner vijanden wil.
Psalm 71:10Want mijn vijanden spreken van mij, en die op mijn ziel loeren, beraadslagen te zamen,
Psalm 72:9De ingezetenen van dorre plaatsen zullen voor zijn aangezicht knielen, en zijn vijanden zullen het stof lekken.
Psalm 74:3Hef Uw voeten op tot de eeuwige verwoestingen; de vijand heeft alles in het heiligdom verdorven.
Psalm 74:10Hoe lang, o God! zal de wederpartijder smaden? Zal de vijand Uw Naam in eeuwigheid lasteren?
Psalm 74:18Gedenk hieraan; de vijand heeft den HEERE gesmaad, en een dwaas volk heeft Uw Naam gelasterd.
Psalm 78:53Ja, Hij leidde hen zeker, zodat zij niet vreesden; want de zee had hun vijanden overdekt.
Psalm 80:7Gij hebt ons onzen naburen tot een twist gesteld, en onze vijanden spotten onder zich.
Psalm 81:15In kort zou Ik hun vijanden gedempt hebben, en Mijn hand gewend hebben tegen hun wederpartijders.
Psalm 83:3Want zie, Uw vijanden maken getier, en Uw haters steken het hoofd op.
Psalm 89:11Gij hebt Rahab verbrijzeld als een verslagene; Gij hebt Uw vijanden verstrooid met den arm Uwer sterkte.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken