Psalm 56:10 | Dan zullen mijn vijanden achterwaarts keren, ten dage als ik roepen zal; dit weet ik, dat God met mij is. |
Psalm 59:2 | Red mij van mijn vijanden, o mijn God! stel mij in een hoog vertrek voor degenen, die tegen mij opstaan. |
Psalm 61:4 | Want Gij zijt mij een Toevlucht geweest, een sterke Toren voor den vijand. |
Psalm 64:2 | Hoor, o God! mijn stem in mijn geklag; behoed mijn leven voor des vijands schrik. |
Psalm 66:3 | Zegt tot God: Hoe vreselijk zijt Gij [in] Uw werken! Om de grootheid Uwer sterkte zullen zich Uw vijanden geveinsdelijk aan U onderwerpen. |
Psalm 68:2 | God zal opstaan, Zijn vijanden zullen verstrooid worden, en Zijn haters zullen van Zijn aangezicht vlieden. |
Psalm 68:22 | Voorzeker zal God den kop Zijner vijanden verslaan, den harigen schedel desgenen, die in zijn schulden wandelt. |
Psalm 68:24 | Opdat gij uw voet, [ja,] de tong uwer honden, moogt steken in het bloed van de vijanden, van een iegelijk van hen. |
Psalm 69:5 | Die mij zonder oorzaak haten, zijn meer dan de haren mijns hoofds; die mij zoeken te vernielen, die mij om valse oorzaken vijand zijn, zijn machtig geworden; wat ik niet geroofd heb, moet ik alsdan wedergeven. |
Psalm 69:19 | Nader tot mijn ziel, bevrijd ze; verlos mij om mijner vijanden wil. |
Psalm 71:10 | Want mijn vijanden spreken van mij, en die op mijn ziel loeren, beraadslagen te zamen, |
Psalm 72:9 | De ingezetenen van dorre plaatsen zullen voor zijn aangezicht knielen, en zijn vijanden zullen het stof lekken. |
Psalm 74:3 | Hef Uw voeten op tot de eeuwige verwoestingen; de vijand heeft alles in het heiligdom verdorven. |
Psalm 74:10 | Hoe lang, o God! zal de wederpartijder smaden? Zal de vijand Uw Naam in eeuwigheid lasteren? |
Psalm 74:18 | Gedenk hieraan; de vijand heeft den HEERE gesmaad, en een dwaas volk heeft Uw Naam gelasterd. |
Psalm 78:53 | Ja, Hij leidde hen zeker, zodat zij niet vreesden; want de zee had hun vijanden overdekt. |
Psalm 80:7 | Gij hebt ons onzen naburen tot een twist gesteld, en onze vijanden spotten onder zich. |
Psalm 81:15 | In kort zou Ik hun vijanden gedempt hebben, en Mijn hand gewend hebben tegen hun wederpartijders. |
Psalm 83:3 | Want zie, Uw vijanden maken getier, en Uw haters steken het hoofd op. |
Psalm 89:11 | Gij hebt Rahab verbrijzeld als een verslagene; Gij hebt Uw vijanden verstrooid met den arm Uwer sterkte. |