H631 אָסַר
een verplichting (op zich) nemen, verbinden, gevangen, aanbinden, binden, aanspannen, boeien, gevang
2 Koningen 25:7 | En zij slachtten de zonen van Zedekia voor zijn ogen, en men verblindde Zedekia's ogen, en zij bonden hem met twee koperen ketenen, en voerden hem naar Babel. |
2 Kronieken 13:3 | En Abia bond den strijd aan met een heir van strijdbare helden, vierhonderd duizend uitgelezen mannen; en Jerobeam stelde tegen hem de slagorde, met achthonderd duizend uitgelezen mannen, kloeke helden. |
2 Kronieken 33:11 | Daarom bracht de HEERE over hen de krijgsoversten, die de koning van Assyrie had, dewelke Manasse gevangen namen onder de doornen; en zij bonden hem met twee koperen ketenen, en voerden hem naar Babel. |
2 Kronieken 36:6 | Nebukadnezar, de koning van Babel, toog tegen hem op, en bond hem met twee koperen ketenen, om hem te voeren naar Babel. |
Nehemia 4:18 | En de bouwers hadden een iegelijk zijn zwaard aan zijn lenden gegord, en bouwden; maar die met de bazuin blies, was bij mij. |
Job 12:18 | Den band der koningen maakt Hij los, en Hij bindt den gordel aan hun lenden. |
Job 36:8 | En zo zij, gebonden zijnde in boeien, vast gehouden worden met banden der ellende; |
Job 36:13 | En die met het hart huichelachtig zijn, leggen toorn op; zij roepen niet, als Hij hen gebonden heeft. |
Psalm 105:22 | Om zijn vorsten te binden naar zijn lust, en zijn oudsten te onderwijzen. |
Psalm 118:27 | De HEERE is God, Die ons licht gegeven heeft. Bindt het feest[offer] met touwen tot aan de hoornen van het altaar. |
Psalm 146:7 | Die den verdrukte recht doet, Die den hongerige brood geeft; de HEERE maakt de gevangenen los. |
Psalm 149:8 | Om hun koningen te binden met ketenen, en hun achtbaren met ijzeren boeien; |
Hooglied 7:5 | Uw hoofd op u is als Karmel, en de haarband uws hoofds als purper; de koning is [als] gebonden op de galerijen. |
Jesaja 22:3 | Al uw oversten zijn te zamen weggevlucht; zij zijn van de schutters gebonden, allen, die in u gevonden zijn, zijn samengebonden, zij zijn van verre gevloden. |
Jesaja 49:9 | Om te zeggen tot de gebondenen: Gaat uit; tot hen, die in duisternis zijn: Komt te voorschijn; zij zullen op de wegen weiden, en op alle hoge plaatsen zal hun weide wezen. |
Jesaja 61:1 | De Geest des Heeren HEEREN is op Mij, omdat de Heere Mij gezalfd heeft, om een blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen; Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van harte, om den gevangenen vrijheid uit te roepen, en den gebondenen opening der gevangenis; |
Jeremia 39:7 | En hij verblindde de ogen van Zedekia, en bond hem met twee koperen ketenen, om hem naar Babel te voeren. |
Jeremia 40:1 | Het woord, dat van den HEERE geschied is tot Jeremia, nadat Nebuzaradan, de overste der trawanten, hem had laten gaan van Rama; als hij hem had laten halen, daar hij met ketenen gebonden was in het midden aller gevangenen van Jeruzalem en Juda, die naar Babel gevankelijk werden weggevoerd. |
Jeremia 46:4 | Spant de paarden aan en klimt op, gij ruiters! en stelt u met helmen; vaagt de spiesen, trekt de pantsiers aan! |
Jeremia 52:11 | En hij verblindde de ogen van Zedekia, en hij bond hem met twee koperen ketenen; alzo bracht hem de koning van Babel naar Babel, en stelde hem in het gevangenhuis, tot den dag zijns doods toe. |