H854 אֵת
op, met hulp van, voor, met, uit, in, tegen, bij, onder, jegens

Bijbelteksten

Spreuken 8:18Rijkdom en eer is bij Mij, duurachtig goed en gerechtigheid.
Spreuken 8:31Spelende in de wereld Zijns aardrijks, en Mijn vermakingen zijn met de mensenkinderen.
Spreuken 11:2Als de hovaardigheid komt, zal de schande ook komen; maar met de ootmoedigen is wijsheid.
Spreuken 13:10Door hovaardigheid maakt men niet dan gekijf; maar bij de beradenen is wijsheid.
Spreuken 13:20Die met de wijzen omgaat, zal wijs worden; maar die der zotten metgezel is, zal verbroken worden.
Spreuken 16:7Als iemands wegen den HEERE behagen, zo zal Hij ook zijn vijanden met hem bevredigen.
Spreuken 16:19Het is beter nederig van geest te zijn met de zachtmoedigen, dan roof te delen met de hovaardigen.
Spreuken 17:24In het aangezicht des verstandigen is wijsheid; maar de ogen des zots zijn in het einde der aarde.
Spreuken 22:24Vergezelschap u niet met een grammoedige, en ga niet om met een zeer grimmig man;
Spreuken 23:1Als gij aangezeten zult zijn om met een heerser te eten, zo zult gij scherpelijk letten op dengene, die voor uw aangezicht is.
Spreuken 23:11Want hun Verlosser is sterk; Die zal hun twistzaak tegen u twisten.
Spreuken 24:1Zijt niet nijdig over de boze lieden, en laat u niet gelusten, om bij hen te zijn.
Spreuken 25:9Twist uw twistzaak met uw naaste; maar openbaar het heimelijke van een ander niet;
Spreuken 29:9Een wijs man, met een dwaas man in rechten zich begeven hebbende, hetzij dat hij beroerd is of lacht, zo is er toch geen rust.
Prediker 7:18Het is goed, dat gij daaraan vasthoudt, en trek ook uw hand van dit niet af; want die God vreest, dien ontgaat dat al.
Prediker 9:7Ga [dan] heen, eet uw brood met vreugde, en drink uw wijn van goeder harte; want God heeft alrede een behagen aan uw werken.
Hooglied 4:8Bij Mij van den Libanon af, o bruid! kom bij Mij van den Libanon af; zie van den top van Amana, van den top van Senir en van Hermon, van de woningen der leeuwinnen, van de bergen der luipaarden.
Jesaja 14:20Gij zult bij dezelve niet gevoegd worden in de begrafenis; want gij hebt uw land verdorven, [en] uw volk gedood; het zaad der boosdoeners zal in der eeuwigheid niet genoemd worden.
Jesaja 23:17Want het zal geschieden ten einde van zeventig jaren, dat de HEERE Tyrus zal bezoeken, en dat zij wederkeren zal tot haar hoerenloon, en zij zal hoererij bedrijven met alle koninkrijken der aarde, die op den aardbodem zijn.
Jesaja 28:15Omdat gijlieden zegt: Wij hebben een verbond met den dood gemaakt, en met de hel hebben wij een voorzichtig verdrag gemaakt; wanneer de overvloeiende gesel doortrekken zal, zal hij tot ons niet komen; want wij hebben de leugen ons tot een toevlucht gesteld, en onder de valsheid hebben wij ons verborgen.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs