H1397 גֶּבֶר
jongske, iedere strijder, groepshoofden, ieder, man(nen)
Job 22:2 | Zal ook een man Gode voordelig zijn? Maar voor zichzelven zal de verstandige voordelig zijn. |
Job 33:17 | Opdat Hij den mens afwende [van zijn] werk, en van den man de hovaardij verberge; |
Job 33:29 | Zie, dit alles werkt God twee- [of] driemaal met een man; |
Job 34:7 | Wat man is er, gelijk Job? Hij drinkt de bespotting in als water; |
Job 34:9 | Want hij heeft gezegd: Het baat een man niet, als hij welbehagen heeft aan God. |
Job 34:34 | De lieden van verstand zullen met mij zeggen, en een wijs man zal naar mij horen: |
Job 38:3 | Gord nu, als een man, uw lenden, zo zal Ik u vragen, en onderricht Mij. |
Job 40:2 | Gord nu als een man uw lenden; Ik zal u vragen, en onderricht Mij. |
Psalm 34:9 | [Teth.] Smaakt en ziet, dat de HEERE goed is; welgelukzalig is de man, [die] op Hem betrouwt. |
Psalm 37:23 | [Mem.] De gangen [deszelven] mans worden van den HEERE bevestigd; en Hij heeft lust aan zijn weg. |
Psalm 40:5 | Welgelukzalig is de man, die den HEERE tot zijn vertrouwen stelt, en niet omziet naar de hovaardigen, en die tot leugen afwijken. |
Psalm 52:9 | Ziet den man, [die] God niet stelde tot Zijn Sterkte, maar vertrouwde op de veelheid zijns rijkdoms; hij was sterk geworden door zijn beschadigen. |
Psalm 88:5 | Ik ben gerekend met degenen, die in den kuil nederdalen; ik ben geworden als een man, die krachteloos is; |
Psalm 89:49 | Wat man leeft er, die den dood niet zien zal, die zijn ziel zal bevrijden van het geweld des grafs? Sela. |
Psalm 94:12 | Welgelukzalig is de man, o HEERE! dien Gij tuchtigt, en dien Gij leert uit Uw wet, |
Psalm 127:5 | Welgelukzalig is de man, die zijn pijlkoker met dezelve gevuld heeft; zij zullen niet beschaamd worden, als zij met de vijanden spreken zullen in de poort. |
Psalm 128:4 | Ziet, alzo zal zekerlijk die man gezegend worden, die den HEERE vreest. |
Spreuken 6:34 | Want jaloersheid is een grimmigheid des mans; en in den dag der wraak zal hij niet verschonen. |
Spreuken 20:24 | De treden des mans zijn van den HEERE; hoe zou dan een mens zijn weg verstaan? |
Spreuken 24:5 | Een wijs man is sterk; en een man van wetenschap maakt de kracht vast. |