H1471 גּוֹי
volkeren, volk, natie, natien, volken, heidenen

Bijbelteksten

Psalm 18:44Gij hebt mij uitgeholpen van de twisten des volks; Gij hebt mij gesteld tot een hoofd der heidenen; het volk, [dat] ik niet kende, heeft mij gediend.
Psalm 18:50Daarom zal ik U, o HEERE! loven onder de heidenen; en Uw Naam zal ik psalmzingen;
Psalm 22:28Alle einden der aarde zullen het gedenken, en zich tot den HEERE bekeren; en alle geslachten der heidenen zullen voor Uw aangezicht aanbidden.
Psalm 22:29Want het koninkrijk is des HEEREN, en Hij heerst onder de heidenen.
Psalm 33:10De HEERE vernietigt den raad der heidenen; Hij breekt de gedachten der volken.
Psalm 33:12Welgelukzalig is het volk, welks God de HEERE is; het volk, dat Hij Zich ten erve verkoren heeft.
Psalm 43:1Doe mij recht, o God! en twist Gij mijn twistzaak; bevrijd mij van het ongoedertieren volk, van den man des bedrogs en des onrechts.
Psalm 44:3Gij hebt de heidenen met Uw hand uit de bezitting verdreven, maar henlieden geplant; Gij hebt de volken geplaagd, henlieden daarentegen doen voortschieten.
Psalm 44:12Gij geeft ons over als schapen ter spijze, en Gij verstrooit ons onder de heidenen.
Psalm 44:15Gij stelt ons tot een spreekwoord onder de heidenen, tot een hoofdschudding onder de volken.
Psalm 46:7De heidenen raasden, de koninkrijken bewogen zich; Hij verhief Zijn stem, de aarde versmolt.
Psalm 46:11Laat af, en weet, dat Ik God ben; Ik zal verhoogd worden onder de heidenen, Ik zal verhoogd worden op de aarde.
Psalm 47:9God regeert over de heidenen; God zit op den troon Zijner heiligheid.
Psalm 59:6Ja, Gij HEERE, God der heirscharen, God Israels! ontwaak, om al deze heidenen te bezoeken; wees niemand van hen genadig, die trouwelooslijk ongerechtigheid bedrijven. Sela.
Psalm 59:9Maar Gij, HEERE! zult hen belachen; Gij zult alle heidenen bespotten.
Psalm 66:7Hij heerst eeuwiglijk met Zijn macht; Zijn ogen houden wacht over de heidenen; laat de afvalligen niet verhoogd worden. Sela.
Psalm 67:3Opdat men op de aarde Uw weg kenne, onder alle heidenen Uw heil.
Psalm 72:11Ja, alle koningen zullen zich voor hem nederbuigen, alle heidenen zullen hem dienen.
Psalm 72:17Zijn naam zal zijn tot in eeuwigheid; zolang als er de zon is, zal zijn naam van kind tot kind voortgeplant worden; en zij zullen in hem gezegend worden; alle heidenen zullen hem welgelukzalig roemen.
Psalm 78:55En Hij verdreef voor hun aangezicht de heidenen, en deed hen vallen in het snoer [hunner] erfenis, en deed de stammen Israels in hun tenten wonen.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel