H1942 הַוָּה
beschadigen, onheil, verderf, have, verderfelijke, verderving(en), schade, begerigheid, rampen, elle

Bijbelteksten

Job 6:30Zou onrecht op mijn tong wezen? Zou mijn gehemelte niet de ellenden te verstaan geven?
Job 30:13Zij breken mijn pad af, zij bevorderen mijn ellende; zij hebben geen helper [van doen].
Psalm 5:10Want in hun mond is niets rechts, hun binnenste is enkel verderving, hun keel is een open graf, met hun tong vleien zij.
Psalm 38:13En die mijn ziel zoeken, leggen [mij] strikken; en die mijn kwaad zoeken, spreken verdervingen, en zij overdenken den gansen dag listen.
Psalm 52:4Uw tong denkt enkel schade als een geslepen scheermes, werkende bedrog.
Psalm 52:9Ziet den man, [die] God niet stelde tot Zijn Sterkte, maar vertrouwde op de veelheid zijns rijkdoms; hij was sterk geworden door zijn beschadigen.
Psalm 55:12Enkel verderving is binnen in haar; en list en bedrog wijkt niet van haar straat.
Psalm 57:2Wees mij genadig, o God! Wees mij genadig, want mijn ziel betrouwt op U, en ik neem mijn toevlucht onder de schaduw Uwer vleugelen, totdat de verdervingen zullen voorbij zijn gegaan.
Psalm 91:3Want Hij zal u redden van den strik des vogelvangers, van de zeer verderfelijke pestilentie.
Psalm 94:20Zou zich de stoel der schadelijkheden met U vergezelschappen, die moeite verdicht bij inzetting?
Spreuken 10:3De HEERE laat de ziel des rechtvaardigen niet hongeren; maar de have der goddelozen stoot Hij weg.
Spreuken 11:6De gerechtigheid der vromen zal hen redden; maar de trouwelozen worden gevangen in [hun] verkeerdheid.
Spreuken 17:4De boosdoener merkt op de ongerechtige lip; een leugenaar neigt het oor tot de verkeerde tong.
Spreuken 19:13Een zotte zoon is zijn vader grote ellende; en de kijvingen ener vrouw [als] een gestadig druipen.
Micha 7:3Om [met] beide handen wel dapper kwaad te doen, zo eist de vorst, en de rechter [oordeelt] om vergelding; en de grote spreekt de verderving zijner ziel, en zij draaien ze dicht ineen.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin