H2077 זֶבַח
slachtoffer(s), slachtoffer(en), vredeoffer(s), offerande, lofoffer, offer, dankoffer(en)
2 Kronieken 7:5 | En de koning Salomo offerde slachtofferen van runderen, twee en twintig duizend, en van schapen, honderd en twintig duizend. Alzo hebben de koning en het ganse volk het huis Gods ingewijd. |
2 Kronieken 7:12 | En de HEERE verscheen Salomo des nachts, en Hij zeide tot hem: Ik heb uw gebed verhoord, en heb Mij deze plaats verkoren tot een offerhuis. |
2 Kronieken 29:31 | En Jehizkia antwoordde en zeide: Nu hebt gij uw handen den HEERE gevuld, treedt toe, en brengt slachtofferen en lofofferen tot het huis des HEEREN; en de gemeente bracht slachtofferen en lofofferen, en alle vrijwilligen van harte brandofferen. |
2 Kronieken 30:22 | En Jehizkia sprak naar het hart van alle Levieten, die verstand hadden in de goede kennis des HEEREN; en zij aten [de offeranden] des gezetten hoogtijds zeven dagen, offerende dankofferen, en lovende den HEERE, den God hunner vaderen. |
2 Kronieken 33:16 | En hij richtte het altaar des HEEREN toe, en offerde daarop dankofferen en lofofferen, en zeide tot Juda, dat zij den HEERE, den God Israels, dienen zouden. |
Nehemia 12:43 | En zij offerden deszelven daags grote slachtofferen, en waren vrolijk; want God had hen vrolijk gemaakt met grote vrolijkheid; en ook waren de vrouwen en de kinderen vrolijk; zodat de vrolijkheid van Jeruzalem tot van verre gehoord werd. |
Psalm 4:6 | Offert offeranden der gerechtigheid, en vertrouwt op den HEERE. |
Psalm 27:6 | Ook nu zal mijn hoofd verhoogd worden boven mijn vijanden, die rondom mij zijn, en ik zal in Zijn tent offeranden des geklanks offeren; ik zal zingen, ja, psalmzingen den HEERE. |
Psalm 40:7 | Gij hebt geen lust gehad aan slachtoffer en spijsoffer; Gij hebt mij de oren doorboord; brandoffer en zondoffer hebt Gij niet geeist. |
Psalm 50:5 | Verzamelt Mij Mijn gunstgenoten, die Mijn verbond maken met offerande! |
Psalm 50:8 | Om uw offeranden zal Ik u niet straffen, want uw brandofferen zijn steeds voor Mij. |
Psalm 51:18 | Want Gij hebt geen lust tot offerande, anders zou ik ze geven; in brandofferen hebt Gij geen behagen. |
Psalm 51:19 | De offeranden Gods zijn een gebroken geest; een gebroken en verslagen hart zult Gij, o God! niet verachten. |
Psalm 51:21 | Dan zult Gij lust hebben aan de offeranden der gerechtigheid, aan brandoffer en een offer, dat gans verteerd wordt; dan zullen zij varren offeren op Uw altaar. |
Psalm 106:28 | Ook hebben zij zich gekoppeld aan Baal-peor, en zij hebben de offeranden der doden gegeten. |
Psalm 107:22 | En dat zij lofofferen offeren, en met gejuich Zijn werken vertellen. |
Psalm 116:17 | Ik zal U offeren, offerande van dankzegging, en den Naam des HEEREN aanroepen. |
Spreuken 7:14 | Dankoffers zijn bij mij, ik heb heden mijn geloften betaald; |
Spreuken 15:8 | Het offer der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen. |
Spreuken 17:1 | Een droge bete, en rust daarbij, is beter, dan een huis vol van geslachte beesten met twist. |