H2319 חָדָשׁ
nieuw, iets nieuws, fris, vers
2 Kronieken 20:5 | En Josafat stond in de gemeente van Juda en Jeruzalem, in het huis des HEEREN, voor het nieuwe voorhof. |
Job 29:20 | Mijn heerlijkheid was nieuw bij mij, en mijn boog veranderde zich in mijn hand. |
Job 32:19 | Ziet, mijn buik is als de wijn, [die] niet geopend is; gelijk nieuwe lederen zakken zou hij bersten. |
Psalm 33:3 | Zingt Hem een nieuw lied; speelt wel met vrolijk geschal. |
Psalm 40:4 | En Hij heeft een nieuw lied in mijn mond gegeven, een lofzang onzen Gode; velen zullen het zien, en vrezen, en op den HEERE vertrouwen. |
Psalm 96:1 | Zingt den HEERE een nieuw lied; zingt den HEERE, gij ganse aarde! |
Psalm 98:1 | Een psalm. Zingt den HEERE een nieuw lied; want Hij heeft wonderen gedaan; Zijn rechterhand, en de arm Zijner heiligheid, heeft Hem heil gegeven. |
Psalm 144:9 | O God! ik zal U een nieuw lied zingen; met de luit [en] het tiensnarig instrument zal ik U psalmzingen. |
Psalm 149:1 | Hallelujah! Zingt den HEERE een nieuw lied; Zijn lof zij in de gemeente [Zijner] gunstgenoten. |
Prediker 1:9 | Hetgeen er geweest is, hetzelve zal er zijn, en hetgeen er gedaan is, hetzelve zal er gedaan worden; zodat er niets nieuws is onder de zon. |
Prediker 1:10 | Is er enig ding, waarvan men zou kunnen zeggen: Ziet dat, het is nieuw? Het is alreeds geweest in de eeuwen, die voor ons geweest zijn. |
Hooglied 7:13 | De dudaim geven reuk, en aan onze deuren zijn allerlei edele vruchten, nieuwe en oude; o mijn Liefste! die heb ik voor U weggelegd. |
Jesaja 41:15 | Ziet, Ik heb u tot een scherpe nieuwe dorsslede gesteld, die scherpe pinnen heeft; gij zult bergen dorsen en vermalen, en heuvelen zult gij stellen gelijk kaf. |
Jesaja 42:9 | Ziet, de voorgaande dingen zijn gekomen, en nieuwe dingen verkondig Ik; eer dat zij uitspruiten, doe Ik ulieden die horen. |
Jesaja 42:10 | Zingt den HEERE een nieuw lied, Zijn lof van het einde der aarde; gij, die ter zee vaart, en al wat daarin is, gij eilanden en hun inwoners. |
Jesaja 43:19 | Ziet, Ik zal wat nieuws maken, nu zal het uitspruiten, zult gijlieden dat niet weten? Ja, Ik zal in de woestijn een weg leggen, [en] rivieren in de wildernis. |
Jesaja 48:6 | Gij hebt [het] gehoord, aanmerkt dat alles; zult gijlieden het ook niet verkondigen? Van nu af doe Ik u nieuwe dingen horen, en verborgen dingen, en die gij niet geweten hebt. |
Jesaja 62:2 | En de heidenen zullen uw gerechtigheid zien, en alle koningen uw heerlijkheid; en gij zult met een nieuwen naam genoemd worden, welken des HEEREN mond uitdrukkelijk noemen zal. |
Jesaja 65:17 | Want ziet, Ik schep nieuwe hemelen en een nieuwe aarde; en de vorige dingen zullen niet [meer] gedacht worden, en zullen in het hart niet opkomen. |
Jesaja 66:22 | Want gelijk als die nieuwe hemel en die nieuwe aarde, die Ik maken zal, voor Mijn aangezicht zullen staan, spreekt de HEERE, alzo zal [ook] ulieder zaad en ulieder naam staan. |