H2505 חָלַק
, dealt, smoother, part, distribute, flatter, divide

Bijbelteksten

Psalm 68:13De koningen der heirscharen vloden weg, zij vloden weg; en zij, die te huis bleef, deelde den roof uit.
Psalm 108:8God heeft gesproken in Zijn heiligdom, [dies] zal ik van vreugde opspringen; ik zal Sichem delen, en het dal van Sukkoth zal ik afmeten.
Spreuken 2:16Om u te redden van de vreemde vrouw, van de onbekende, [die] met haar redenen vleit;
Spreuken 7:5Opdat zij u bewaren voor een vreemde vrouw, voor de onbekende, [die] met haar redenen vleit.
Spreuken 16:19Het is beter nederig van geest te zijn met de zachtmoedigen, dan roof te delen met de hovaardigen.
Spreuken 17:2Een verstandig knecht zal heersen over een zoon, die beschaamd maakt, en in het midden der broederen zal hij erfenis delen.
Spreuken 28:23Die een mens bestraft, zal achterna gunst vinden, meer dan die met de tong vleit.
Spreuken 29:5Een man, die zijn naaste vleit, spreidt een net uit voor deszelfs gangen.
Spreuken 29:24Die met een dief deelt, haat zijn ziel; hij hoort een vloek, en hij geeft het niet te kennen.
Jesaja 9:2Gij hebt dit volk vermenigvuldigd, [maar] Gij hebt de blijdschap niet groot gemaakt; zij zullen [nochtans] blijde wezen voor Uw aangezicht, gelijk men zich verblijdt in den oogst, gelijk men verheugd is, wanneer men de buit uitdeelt.
Jesaja 33:23Uw touwen zijn slap geworden, zij zullen hun mastboom niet kunnen recht stijf houden, zij zullen het zeil niet uitspannen; dan zal de roof van een overvloedigen buit uitgedeeld worden, [zelfs] zullen de lammen den roof roven.
Jesaja 34:17Want Hij Zelf heeft voor hen het lot geworpen, en Zijn hand heeft het hun uitgedeeld met het richtsnoer; tot in der eeuwigheid zullen zij dat erfelijk bezitten, van geslacht tot geslacht zullen zij daarin wonen.
Jesaja 41:7En de werkmeester versterkte den goudsmid; die met den hamer glad maakt, dien, die op het aambeeld slaat, zeggende van het soldeersel: Het is goed; daarna maakt hij het vast met nagelen, dat het niet wankele.
Jesaja 53:12Daarom zal Ik Hem een deel geven van velen, en Hij zal de machtigen als een roof delen, omdat Hij Zijn ziel uitgestort heeft in den dood, en met de overtreders is geteld geweest, en Hij veler zonden gedragen heeft, en voor de overtreders gebeden heeft.
Jeremia 37:12Dat Jeremia uit Jeruzalem uitging, om te gaan [in] het land van Benjamin, om van daar te scheiden door het midden des volks.
Klaagliederen 4:16[Pe.] Des HEEREN aangezicht heeft ze verdeeld. Hij zal ze voortaan niet meer aanzien; zij hebben het aangezicht der priesteren niet geeerd, zij hebben den ouden geen genade bewezen.
Ezechiel 5:1En gij, mensenkind, neem u een scherp mes, een scheermes der barbieren zult gij u nemen, hetwelk gij zult laten gaan over uw hoofd en over uw baard; daarna zult gij u een weegschaal nemen, en die [haren] delen.
Ezechiel 47:21Ditzelve land nu zult gij ulieden uitdelen naar de stammen Israels.
Daniel 11:39En hij zal de vastigheden der sterkten maken met den vreemden god; dengenen, die hij kennen zal, zal hij de eer vermenigvuldigen, en hij zal ze doen heersen over velen, en hij zal het land uitdelen om prijs.
Hosea 10:2Hij heeft hun hart verdeeld, nu zullen zij verwoest worden; Hij zal hun altaren doorhouwen, Hij zal hun opgerichte beelden verstoren.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken