H2583 חָנָה
slaan het beleg - voor/erom, belager, een leger slaan, zich legeren, belegeren, afnemen
Numeri 33:26 | En zij verreisden van Makheloth, en legerden zich in Tachath. |
Numeri 33:27 | En zij verreisden van Tachath, en legerden zich in Tharah. |
Numeri 33:28 | En zij verreisden van Tharah, en legerden zich in Mithka. |
Numeri 33:29 | En zij verreisden van Mithka, en legerden zich in Hasmona. |
Numeri 33:30 | En zij verreisden van Hasmona, en legerden zich in Moseroth. |
Numeri 33:31 | En zij verreisden van Moseroth, en legerden zich in Bene-jaakan. |
Numeri 33:32 | En zij verreisden van Bene-jaakan, en legerden zich in Hor-gidgad. |
Numeri 33:33 | En zij verreisden van Hor-gidgad, en legerden zich in Jotbatha. |
Numeri 33:34 | En zij verreisden van Jotbatha, en legerden zich in Abrona. |
Numeri 33:35 | En zij verreisden van Abrona, en legerden zich in Ezeon-geber. |
Numeri 33:36 | En zij verreisden van Ezeon-geber, en legerden zich in de woestijn Zin, dat is Kades. |
Numeri 33:37 | En zij verreisden van Kades, en legerden zich aan den berg Hor, aan het einde des lands van Edom. |
Numeri 33:41 | En zij verreisden van den berg Hor, en legerden zich in Zalmona. |
Numeri 33:42 | En zij verreisden van Zalmona, en legerden zich in Funon. |
Numeri 33:43 | En zij verreisden van Funon, en legerden zich in Oboth. |
Numeri 33:44 | En zij verreisden van Oboth, en legerden zich aan de heuvelen van Abarim, in de landpale van Moab. |
Numeri 33:45 | En zij verreisden van de heuvelen van [Abarim], en legerden zich in Dibon-gad. |
Numeri 33:46 | En zij verreisden van Dibon-gad, en legerden zich in Almon-diblathaim. |
Numeri 33:47 | En zij verreisden van Almon-diblathaim, en legerden zich in de bergen Abarim, tegen Nebo. |
Numeri 33:48 | En zij verreisden van de bergen Abarim, en legerden zich in de vlakke velden der Moabieten, aan de Jordaan van Jericho. |