Esther 8:3 | En Esther sprak verder voor het aangezicht des konings, en zij viel voor zijn voeten, en zij weende, en zij smeekte hem, dat hij de boosheid van Haman, den Agagiet, en zijn gedachte, die hij tegen de Joden gedacht had, zou wegnemen. |
Job 8:5 | [Maar] indien gij naar God vroeg zoekt, en tot den Almachtige om genade bidt; |
Job 9:15 | Denwelken ik, zo ik rechtvaardig ware, niet zou antwoorden; mijn Rechter zal ik om genade bidden. |
Job 19:16 | Ik riep mijn knecht, en hij antwoordde niet; ik smeekte met mijn mond tot hem. |
Job 19:17 | Mijn adem is mijn huisvrouw vreemd; en ik smeek om der kinderen mijns buiks wil. |
Job 19:21 | Ontfermt u mijner, ontfermt u mijner, o gij, mijn vrienden! want de hand Gods heeft mij aangeraakt. |
Job 33:24 | Zo zal Hij hem genadig zijn, en zeggen: Verlos hem, dat hij in het verderf niet nederdale, Ik heb verzoening gevonden. |
Psalm 4:2 | Als ik roep, verhoor mij, o God mijner gerechtigheid! In benauwdheid hebt Gij mij ruimte gemaakt; wees mij genadig, en hoor mijn gebed. |
Psalm 6:3 | Wees mij genadig, HEERE, want ik ben verzwakt; genees mij, HEERE, want mijn beenderen zijn verschrikt. |
Psalm 9:14 | Wees mij genadig, HEERE, zie mijn ellende aan, van mijn haters [mij aangedaan], Gij, Die mij verhoogt uit de poorten des doods; |
Psalm 25:16 | [Pe.] Wend U tot mij, en wees mij genadig, want ik ben eenzaam en ellendig. |
Psalm 26:11 | Maar ik wandel in mijn oprechtigheid, verlos mij [dan] en wees mij genadig. |
Psalm 27:7 | Hoor, HEERE! mijn stem, [als] ik roep; en wees mij genadig, en antwoord mij. |
Psalm 30:9 | Tot U, HEERE! riep ik, en ik smeekte tot den HEERE: |
Psalm 30:11 | Hoor, HEERE! en wees mij genadig; HEERE! wees mij een Helper. |
Psalm 31:10 | Wees mij genadig, HEERE! want mij is bange; van verdriet is doorknaagd mijn oog, mijn ziel en mijn buik. |
Psalm 37:21 | [Lamed.] De goddeloze ontleent en geeft niet weder; maar de rechtvaardige ontfermt zich, en geeft. |
Psalm 37:26 | Den gansen dag ontfermt hij zich, en leent; en zijn zaad is tot zegening. |
Psalm 41:5 | Ik zeide: O HEERE! wees mij genadig; genees mijn ziel, want ik heb tegen U gezondigd. |
Psalm 41:11 | Maar Gij, o HEERE! wees mij genadig, en richt mij op; en ik zal het hun vergelden. |