H2671 חֵץ
schacht, boogschutters, schutters, pijl, moordpijl, wonde
Psalm 64:8 | Maar God zal hen haastig met een pijl schieten; hun plagen zijn er. |
Psalm 91:5 | Gij zult niet vrezen voor den schrik des nachts, voor den pijl, die des daags vliegt; |
Psalm 120:4 | Scherpe pijlen eens machtigen, mitsgaders gloeiende jeneverkolen. |
Psalm 127:4 | Gelijk de pijlen zijn in de hand eens helds, zodanig zijn de zonen der jeugd. |
Psalm 144:6 | Bliksem bliksem, en verstrooi hen; zend Uw pijlen uit, en verdoe hen. |
Spreuken 7:23 | Totdat hem de pijl zijn lever doorsneed; gelijk een vogel zich haast naar den strik, en niet weet, dat dezelve tegen zijn leven is. |
Spreuken 25:18 | Een man, tegen zijn naaste een valse getuigenis sprekende, is een hamer, en zwaard, en scherpe pijl. |
Spreuken 26:18 | Gelijk een, die zich veinst te razen, die vuursprankelen, pijlen en dodelijke dingen werpt; |
Jesaja 5:28 | Welker pijlen scherp zullen zijn, en al hun bogen gespannen; hunner paarden hoeven zullen als een rots geacht zijn, en hun raderen als een wervelwind. |
Jesaja 37:33 | Daarom, zo zegt de HEERE van den koning van Assyrie: Hij zal in deze stad niet komen, noch daar een pijl inschieten; ook zal hij [met] geen schild daarvoor komen, en zal geen wal daartegen opwerpen. |
Jesaja 49:2 | En Hij heeft Mijn mond gemaakt als een scherp zwaard, onder de schaduw Zijner hand heeft Hij Mij bedekt; en Hij heeft Mij tot een zuiveren pijl gesteld, in Zijn pijlkoker heeft Hij Mij verborgen. |
Jeremia 9:8 | Hun tong is een moordpijl, zij spreekt bedrog; een ieder spreekt met zijn naaste [van] vrede met zijn mond, maar in zijn binnenste legt hij lagen. |
Jeremia 50:9 | Want ziet, Ik zal een verzameling van grote volken uit het land van het noorden verwekken, en tegen Babel opbrengen; die zullen zich tegen haar rusten; van daar zal zij ingenomen worden; hun pijlen zullen zijn als eens kloeken helds, geen zal ledig wederkeren. |
Jeremia 50:14 | Rust u tegen Babel rondom, gij allen, die den boog spant! schiet in haar, en spaart de pijlen niet; want zij heeft tegen den HEERE gezondigd. |
Jeremia 51:11 | Zuivert de pijlen, rust de schilden volkomenlijk toe; de HEERE heeft den geest der koningen van Medie opgewekt; want Zijn voornemen is tegen Babel, dat Hij haar verderve; want dit is de wraak des HEEREN, de wraak Zijns tempels. |
Klaagliederen 3:12 | [Daleth.] Hij heeft Zijn boog gespannen, en Hij heeft mij den pijl als ten doel gesteld. |
Ezechiel 5:16 | Wanneer Ik de boze pijlen des hongers tegen hen uitzenden zal, die ten verderve zijn zullen, die Ik uitzenden zal om u te verderven; zo zal Ik den honger over u vermeerderen, en u den staf des broods breken. |
Ezechiel 21:21 | Want de koning van Babel zal aan de wegscheiding staan, aan het hoofd van de twee wegen, om waarzegging te gebruiken; hij zal zijn pijlen slijpen; hij zal de terafim vragen, hij zal de lever bezien. |
Ezechiel 39:3 | Maar Ik zal uw boog uit uw linkerhand slaan, en Ik zal uw pijlen uit uw rechterhand doen vallen. |
Ezechiel 39:9 | En de inwoners der steden Israels zullen uitgaan, en [vuur] stoken en branden van de wapenen, zo [van] schilden als rondassen, van bogen en van pijlen, zo van handstokken als van spiesen; en zij zullen daarvan vuur stoken zeven jaren; |