H3001 יָבֵשׁ
verdorren, verdrogen, uitdrogen, beschamen, opdrogen, schandelijk handelen, verdampen, verstijven
Psalm 129:6 | Laat hen worden als gras op de daken, hetwelk verdort, eer men het uittrekt; |
Spreuken 17:22 | Een blij hart zal een medicijn goed maken; maar een verslagen geest zal het gebeente verdrogen. |
Jesaja 15:6 | Want de wateren van Nimrim zullen enkel verwoesting wezen; want het gras is verdord, het tedere gras is vergaan, er is geen groente. |
Jesaja 19:5 | En zij zullen de wateren uit de zee doen vergaan, en de rivier zal verzijpen en verdrogen. |
Jesaja 19:7 | Het papiergewas bij de stromen, aan de oevers der stromen, en al het gezaaide aan de stromen, zal verdrogen; het zal weggestoten worden, en niet [meer] zijn. |
Jesaja 27:11 | Als haar takken verdord zullen zijn, zullen zij afgebroken worden, [en] de vrouwen, komende, zullen ze aansteken; want het is geen volk van enig verstand; daarom zal Hij, Die het gemaakt heeft, Zich deszelven niet ontfermen, en Die het geformeerd heeft, zal aan hetzelve geen genade bewijzen. |
Jesaja 40:7 | Het gras verdort, de bloem valt af, als de Geest des HEEREN daarin blaast; voorwaar, het volk is gras. |
Jesaja 40:8 | Het gras verdort, de bloem valt af; maar het Woord onzes Gods bestaat in der eeuwigheid. |
Jesaja 40:24 | Ja, zij worden niet geplant, ja, zij worden niet gezaaid, ja, hun afgehouwen stam wortelt niet in de aarde; ook als Hij op hen blazen zal, zo zullen zij verdorren, en een stormwind zal hen als een stoppel wegnemen. |
Jesaja 42:15 | Ik zal bergen en heuvelen woest maken, en al hun gras zal Ik doen verdorren; en Ik zal de rivieren tot eilanden maken, en de poelen uitdrogen. |
Jesaja 44:27 | Die tot de diepte zegt: Verdroog, en uw rivieren zal Ik verdrogen. |
Jeremia 6:15 | Zijn zij beschaamd, omdat zij gruwel bedreven hebben? Ja, zij schamen zich in het minste niet, weten ook niet van schaamrood te maken; daarom zullen zij vallen onder de vallenden, ten tijde als Ik hen bezoeken zal, zullen zij struikelen, zegt de HEERE. |
Jeremia 8:12 | Zijn zij beschaamd, omdat zij gruwel bedreven hebben? Ja, zij schamen zich in het minste niet, en weten niet schaamrood te worden; daarom zullen zij vallen onder de vallenden; ten tijde hunner bezoeking zullen zij struikelen, zegt de HEERE. |
Jeremia 10:14 | Een ieder mens is onvernuftig geworden, zodat hij geen wetenschap heeft, een ieder goudsmid is beschaamd van het gesneden beeld; want zijn gegoten beeld is leugen; en er is geen geest in hen. |
Jeremia 12:4 | Hoe lang zal het land treuren, en het kruid des gansen velds verdorren? Vanwege de boosheid dergenen, die daarin wonen, vergaan de beesten en het gevogelte; dewijl zij zeggen: Hij ziet ons einde niet. |
Jeremia 23:10 | Want het land is vol overspelers, want het land treurt vanwege den vloek, de weiden der woestijn verdorren, omdat hun loop boos is, en hun macht niet recht. |
Jeremia 46:24 | De dochter van Egypte is beschaamd; zij is gegeven in de hand des volks van het noorden. |
Jeremia 48:1 | Tegen Moab zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels, alzo: Wee over Nebo, want zij is verstoord; Kirjathaim is beschaamd, zij is ingenomen; [de stad] des hogen vertreks is beschaamd en verschrikt. |
Jeremia 48:20 | Moab is beschaamd, want hij is verslagen; huilt en krijt! verkondigt te Arnon, dat Moab verstoord is. |
Jeremia 50:2 | Verkondigt onder de heidenen, en doet horen, en werpt een banier op, laat horen, verbergt het niet; zegt: Babel is ingenomen, Bel is beschaamd, Merodach is verpletterd, haar afgoden zijn beschaamd, haar drekgoden zijn verpletterd! |