H3225 יָמִין
rechterzijde, rechterschenkel, rechterhand/rechter [hand], rechts, ten zuiden, rechterhand, rechter
Psalm 142:5 | Ik zag uit ter rechterhand, en ziet, zo was er niemand, die mij kende, er was geen ontvlieden voor mij; niemand zorgde voor mijn ziel. |
Psalm 144:8 | Welker mond leugen spreekt, en hun rechterhand is een rechterhand der valsheid. |
Psalm 144:11 | Ontzet mij en red mij van de hand der vreemden, welker mond leugen spreekt, en hun rechterhand is een rechterhand der valsheid; |
Spreuken 3:16 | Langheid der dagen is in haar rechterhand, in haar linkerhand rijkdom en eer. |
Spreuken 4:27 | Wijk niet ter rechter- of ter linkerhand, wend uw voet af van het kwade. |
Spreuken 27:16 | Elkeen, die haar verbergt, zou den wind verbergen, en de olie zijner rechterhand, [die] roept. |
Prediker 10:2 | Het hart des wijzen is tot zijn rechter-, maar het hart eens zots is tot zijn linkerhand. |
Hooglied 2:6 | Zijn linkerhand zij onder mijn hoofd, en Zijn rechterhand omhelze mij. |
Hooglied 8:3 | Zijn linkerhand zij onder mijn hoofd, en Zijn rechterhand omhelze mij. |
Jesaja 9:19 | Zo hij ter rechterhand snijdt, zal hij toch hongeren, en zo hij ter linkerhand eet, zal hij toch niet verzadigd worden; een iegelijk zal het vlees zijns arms eten; |
Jesaja 41:10 | Vrees niet, want Ik ben met u; zijt niet verbaasd, want Ik ben uw God; Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner gerechtigheid. |
Jesaja 41:13 | Want Ik, de HEERE, uw God, grijp uw rechterhand aan, Die tot u zeg: Vrees niet, Ik help u. |
Jesaja 44:20 | Hij voedt zich met as, het bedrogen hart heeft hem [ter zijde] afgeleid; zodat hij zijn ziel niet redden kan, noch zeggen: Is er niet een leugen in mijn rechterhand? |
Jesaja 45:1 | Alzo zegt de HEERE tot Zijn gezalfde, tot Cores, wiens rechterhand Ik vat, om de volken voor zijn aangezicht neder te werpen; en Ik zal de lendenen der koningen ontbinden, om voor zijn aangezicht de deuren te openen, en de poorten zullen niet gesloten worden: |
Jesaja 48:13 | Ook heeft Mijn hand de aarde gegrond, en Mijn rechterhand heeft de hemelen met de palm afgemeten; wanneer Ik ze roep, staan zij daar te zamen. |
Jesaja 54:3 | Want gij zult uitbreken ter rechter- en ter linkerhand; en uw zaad zal de heidenen erven, en zij zullen de verwoeste steden doen bewonen. |
Jesaja 62:8 | De HEERE heeft gezworen bij Zijn rechterhand, en bij den arm Zijner sterkte: indien Ik uw koren meer zal geven [tot] spijs voor uw vijanden, en indien de vreemden zullen drinken uw most, waaraan gij gearbeid hebt! |
Jesaja 63:12 | Die den arm Zijner heerlijkheid heeft doen gaan aan de rechterhand van Mozes; Die de wateren voor hunlieder aangezichten kliefde opdat Hij Zich een eeuwigen Naam maakte? |
Jeremia 22:24 | [Zo waarachtig als] Ik leef, spreekt de HEERE, ofschoon Chonia, de zoon van Jojakim, den koning van Juda, een zegelring ware aan Mijn rechterhand, zo zal Ik u toch van daar wegrukken. |
Klaagliederen 2:3 | [Gimel.] Hij heeft, in ontsteking des toorns, den gehelen hoorn Israels afgehouwen; Hij heeft Zijn rechterhand achterwaarts getrokken, toen de vijand kwam, en Hij is tegen Jakob ontstoken als een vlammend vuur, [dat] rondom verteert. |