H3320 יָצַב
opstellen zich -, blijven, standhouden, opstellen, stellen, gaan staan, blijven staan, bestaan, zich
Spreuken 22:29 | Hebt gij een man gezien, die vaardig in zijn werk is? Hij zal voor het aangezicht der koningen gesteld worden; voor het aangezicht der ongeachte lieden zal hij niet gesteld worden. |
Jeremia 46:4 | Spant de paarden aan en klimt op, gij ruiters! en stelt u met helmen; vaagt de spiesen, trekt de pantsiers aan! |
Jeremia 46:14 | Verkondigt in Egypte, en doet het horen te Migdol; doet het ook horen te Nof en Tachpanhes; zegt: Stelt er u naar, en maakt u gereed, want het zwaard heeft verteerd, wat rondom u is. |
Habakuk 2:1 | Ik stond op mijn wacht, en ik stelde mij op de sterkte, en ik hield wacht om te zien, wat Hij in mij spreken zou, en wat ik antwoorden zou op mijn bestraffing. |
Zacharia 6:5 | En de Engel antwoordde, en zeide tot mij: Deze zijn de vier winden des hemels, uitgaande van daar zij stonden voor den Heere der ganse aarde. |