H3467 יָשַׁע
redden, heil, verlossen, Heiland, verlosser, helpen, te hulp komen, behouden, behoeden
Psalm 55:17 | Mij aangaande, ik zal tot God roepen, en de HEERE zal mij verlossen. |
Psalm 57:4 | Hij zal van den hemel zenden, en mij verlossen, te schande makende dengene, die mij zoekt op te slokken. Sela. God zal Zijn goedertierenheid en Zijn waarheid zenden. |
Psalm 59:3 | Red mij van de werkers der ongerechtigheid, en verlos mij van de mannen des bloeds. |
Psalm 60:7 | Opdat Uw beminden zouden bevrijd worden; geef heil [door] Uw rechterhand, en verhoor ons. |
Psalm 69:2 | Verlos mij, o God! want de wateren zijn gekomen tot aan de ziel. |
Psalm 69:36 | Want God zal Sion verlossen, en de steden van Juda bouwen; en aldaar zullen zij wonen, en haar erfelijk bezitten; |
Psalm 71:2 | Red mij door Uw gerechtigheid, en bevrijd mij; neig Uw oor tot mij, en verlos mij. |
Psalm 71:3 | Wees mij tot een Rotssteen, om daarin te wonen, om geduriglijk daarin te gaan; Gij hebt bevel gegeven, om mij te verlossen, want Gij zijt mijn Steenrots en mijn Burg. |
Psalm 72:4 | Hij zal de ellendigen des volks richten; hij zal de kinderen des nooddruftigen verlossen, en den verdrukker verbrijzelen. |
Psalm 72:13 | Hij zal den arme en nooddruftige verschonen, en de zielen der nooddruftigen verlossen. |
Psalm 76:10 | Als God opstond ten oordeel, om alle zachtmoedigen der aarde te verlossen. Sela. |
Psalm 80:4 | O God! breng ons weder, en laat Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden. |
Psalm 80:8 | O God der heirscharen! breng ons weder, en laat Uw aangezicht lichten; zo zullen wij verlost worden. |
Psalm 80:20 | O HEERE, God der heirscharen! breng ons weder; laat Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden. |
Psalm 86:2 | Bewaar mijn ziel, want ik ben [Uw] gunstgenoot, o Gij, mijn God! verlos Uw knecht die op U betrouwt. |
Psalm 86:16 | Wend U tot mij, en zijt mij genadig, geef Uw knecht Uw sterkte, en verlos den zoon Uwer dienstmaagd. |
Psalm 98:1 | Een psalm. Zingt den HEERE een nieuw lied; want Hij heeft wonderen gedaan; Zijn rechterhand, en de arm Zijner heiligheid, heeft Hem heil gegeven. |
Psalm 106:8 | Doch Hij verloste hen om Zijns Naams wil, opdat Hij Zijn mogendheid bekend maakte. |
Psalm 106:10 | En Hij verloste hen uit de hand des haters, en Hij bevrijdde hen van de hand des vijands. |
Psalm 106:21 | Zij vergaten God, hun Heiland, Die grote dingen gedaan had in Egypte; |