H3519 כָּבוֹד
heerlijken, heerlijk, ere, eer, heerlijkheid, ziel, Shekinah

Bijbelteksten

Habakuk 2:14Want de aarde zal vervuld worden, dat zij de heerlijkheid des HEEREN bekennen, gelijk de wateren [den bodem der] zee bedekken.
Habakuk 2:16Gij zult [ook] verzadigd worden met schande, voor eer; drinkt gij ook, en ontbloot de voorhuid; de beker der rechterhand des HEEREN zal zich tot u wenden, en er zal een schandelijk uitbraaksel over uw heerlijkheid zijn.
Haggai 2:4Wie is onder ulieden overgebleven, die dit huis in zijn eerste heerlijkheid gezien heeft, en hoedanig ziet gij hetzelve nu? Is dit niet als niets in uw ogen?
Haggai 2:8Ja, Ik zal al de heidenen doen beven, en zij zullen komen [tot] den Wens aller heidenen, en Ik zal dit huis met heerlijkheid vervullen, zegt de HEERE der heirscharen.
Haggai 2:10De heerlijkheid van dit laatste huis zal groter worden, dan van het eerste, zegt de HEERE der heirscharen; en in deze plaats zal Ik vrede geven, spreekt de HEERE der heirscharen.
Zacharia 2:5En Ik zal haar wezen, spreekt de HEERE, een vurige muur rondom; en Ik zal tot heerlijkheid wezen in het midden van haar.
Zacharia 2:8Want zo zegt de HEERE der heirscharen: Naar de heerlijkheid [over u], heeft Hij mij gezonden tot die heidenen, die ulieden beroofd hebben; want die ulieden aanraakt, die raakt Zijn oogappel aan.
Maleachi 1:6Een zoon zal den vader eren, en een knecht zijn heer; ben Ik dan een Vader, waar is Mijn eer? En ben Ik een Heere, waar is Mijn vreze? zegt de HEERE der heirscharen tot u, o priesters, verachters Mijns Naams! Maar gij zegt: Waarmede verachten wij Uw Naam?
Maleachi 2:2Indien gij [het] niet zult horen, en indien gij het niet zult ter harte nemen, om Mijn Naam eer te geven, zegt de HEERE der heirscharen, zo zal Ik den vloek onder u zenden, en Ik zal uw zegeningen vervloeken; ja, Ik heb ook [alrede] elkeen derzelve vervloekt, omdat gij [het] niet ter harte neemt.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken