H3651 כֵּן
daarom, evenzo, alzo, eerlijke lieden, aldus, vroom, desgelijks, daarna, zo, recht

Bijbelteksten

2 Koningen 19:32Daarom zo zegt de HEERE van den koning van Assyrie: Hij zal in deze stad niet komen, noch daar een pijl inschieten; ook zal hij [met] geen schild daarvoor komen, en zal geen wal daartegen opwerpen.
2 Koningen 21:12Daarom, alzo zegt de HEERE, de God Israels: Ziet, Ik zal een kwaad over Jeruzalem en Juda brengen, dat een ieder, die het hoort, beide zijn oren klinken zullen.
2 Koningen 22:20Daarom zie, Ik zal u verzamelen tot uw vaderen, en gij zult met vrede in uw graf verzameld worden, en uw ogen zullen al het kwaad niet zien, dat Ik over deze plaats brengen zal. En zij brachten den koning het antwoord weder.
1 Kronieken 11:7David nu woonde op den burg; daarom heet men dien de stad Davids.
1 Kronieken 13:4Toen zeide de ganse gemeente, dat men alzo doen zou; want die zaak was recht in de ogen des gansen volks.
1 Kronieken 14:11Toen zij nu optogen naar Baal-perazim, zo sloeg hen David daar; en David zeide: God heeft mijn vijanden door mijn hand gescheurd, als een scheur der wateren; daarom noemden zij den naam derzelver plaats Baal-perazim.
1 Kronieken 17:15Naar al deze woorden, en naar dit ganse gezicht, alzo sprak Nathan tot David.
1 Kronieken 17:25Want Gij, mijn God, hebt voor het oor Uws knechts geopenbaard, dat Gij hem een huis bouwen zoudt; daarom heeft Uw knecht [in zijn hart] gevonden, om voor Uw aangezicht te bidden.
1 Kronieken 18:1Het geschiedde nu na dezen, dat David de Filistijnen sloeg, en hen ten onderbracht; en hij nam Gath, en haar onderhorige plaatsen, uit der Filistijnen hand.
1 Kronieken 19:1En het geschiedde na dezen, dat Nahas, de koning der kinderen Ammons, stierf, en zijn zoon werd koning in zijn plaats.
1 Kronieken 20:3Hij voerde ook al het volk uit, dat daarin was, en hij zaagde ze met de zaag, en met ijzeren dorswagens, en met bijlen; en alzo deed David aan al de steden der kinderen Ammons. Toen keerde David wederom met al het volk naar Jeruzalem.
1 Kronieken 23:30En om alle morgens te staan, om den HEERE te loven en te prijzen; en desgelijks des avonds;
2 Kronieken 1:12De wijsheid, en de wetenschap is u gegeven; daartoe zal Ik u rijkdom, en goederen, en eer geven, dergelijke geen koningen, die voor u geweest zijn, gehad hebben, en na u zal dergelijke niet zijn.
2 Kronieken 1:17En zij brachten op, en voerden een wagen uit van Egypte voor zeshonderd [sikkelen] zilvers, en een paard voor eenhonderd en vijftig; en alzo voerden zij [die] door hun hand uit, voor alle koningen der Hethieten, en voor de koningen van Syrie.
2 Kronieken 7:22En men zal zeggen: Omdat zij den HEERE, hunner vaderen God, verlaten hebben, Die hen uit Egypteland uitgevoerd had, en hebben zich aan andere goden gehouden, en zich voor dezelve nedergebogen, en hen gediend; daarom heeft Hij al dat kwaad over hen gebracht.
2 Kronieken 8:14Hij stelde ook, naar de wijze zijns vaders Davids, de verdelingen der priesteren over hun dienst, en der Levieten over hun wachten, om [God] te prijzen, en voor de priesteren te dienen, naar den eis van elken dag; en de poortiers in hun verdelingen, aan elke poort; want alzo was het gebod van David, den man Gods.
2 Kronieken 9:19En twaalf leeuwen stonden daar aan beide zijden, op de zes trappen; desgelijks is in geen koninkrijk gemaakt geweest.
2 Kronieken 16:7En in denzelfden tijd kwam de ziener Hanani tot Asa, den koning van Juda, en hij zeide tot hem: Omdat gij gesteund hebt op den koning van Syrie, en niet gesteund hebt op den HEERE, uw God, daarom is het heir des konings van Syrie uit uw hand ontkomen.
2 Kronieken 18:7Toen zeide de koning van Israel tot Josafat: Er is nog een man, om door hem den HEERE te vragen; maar ik haat hem, want hij profeteert over mij niets goeds, maar altijd kwaad; deze is Micha, de zoon van Jimla. En Josafat zeide: de koning zegge niet alzo.
2 Kronieken 18:11En al de profeten profeteerden alzo, zeggende: Trek op naar Ramoth in Gilead, en gij zult voorspoedig zijn, want de HEERE zal hen in de hand des konings geven.

Mede mogelijk dankzij