H3967 מֵאָה
honderd, driehonderd, vierhonderd, driehonderd , tweehonderd, vierhonderd
Ezechiel 48:16 | En dit zullen haar maten zijn: de noorderhoek, vier duizend en vijfhonderd [meetrieten]; en de zuiderhoek vier duizend en vijfhonderd en van den oosterhoek vier duizend en vijfhonderd; en de westerhoek vier duizend en vijfhonderd. |
Ezechiel 48:17 | De voorsteden nu der stad zullen zijn, noordwaarts tweehonderd en vijftig, en zuidwaarts tweehonderd en vijftig, en oostwaarts tweehonderd en vijftig, en westwaarts tweehonderd en vijftig. |
Ezechiel 48:30 | Voorts zullen dit de uitgangen der stad zijn: van den noorderhoek, vier duizend en vijfhonderd maten. |
Ezechiel 48:32 | En aan den oosterhoek, vier duizend en vijfhonderd [maten], en drie poorten: namelijk, een poort van Jozef, een poort van Benjamin, een poort van Dan. |
Ezechiel 48:33 | De zuiderhoek ook vier duizend en vijfhonderd maten, en drie poorten: een poort van Simeon, een poort van Issaschar, een poort van Zebulon. |
Ezechiel 48:34 | De westerhoek, vier duizend en vijfhonderd; derzelver poorten drie: een poort van Gad, een poort van Aser, een poort van Nafthali. |
Daniel 8:14 | En hij zeide tot mij: Tot twee duizend en driehonderd avonden [en] morgens; dan zal het heiligdom gerechtvaardigd worden. |
Daniel 12:11 | En van dien tijd af, dat het gedurig [offer] zal weggenomen, en de verwoestende gruwel zal gesteld zijn, zullen zijn duizend tweehonderd en negentig dagen. |
Daniel 12:12 | Welgelukzalig is hij, die verwacht en raakt tot duizend driehonderd vijf en dertig dagen. |
Amos 5:3 | Want zo zegt de Heere HEERE: De stad, die uitgaat [met] duizend, zal honderd overhouden, en die uitgaat [met] honderd, zal tien overhouden, in het huis Israels. |