H3967 מֵאָה
honderd, driehonderd, vierhonderd, driehonderd , tweehonderd, vierhonderd

Bijbelteksten

Genesis 5:28En Lamech leefde honderd twee en tachtig jaren, en hij gewon een zoon.
Genesis 5:30En Lamech leefde, nadat hij Noach gewonnen had, vijfhonderd vijf en negentig jaren; en hij gewon zonen en dochteren.
Genesis 5:31Zo waren al de dagen van Lamech zevenhonderd zeven en zeventig jaren; en hij stierf.
Genesis 5:32En Noach was vijfhonderd jaren oud; en Noach gewon Sem, Cham en Jafeth.
Genesis 6:3Toen zeide de HEERE: Mijn Geest zal niet in eeuwigheid twisten met den mens, dewijl hij ook vlees is; doch zijn dagen zullen zijn honderd en twintig jaren.
Genesis 6:15En aldus is het, dat gij haar maken zult: driehonderd ellen zij de lengte der ark, vijftig ellen haar breedte, en dertig ellen haar hoogte.
Genesis 7:6Noach nu was zeshonderd jaren oud, als de vloed der wateren op de aarde was.
Genesis 7:11In het zeshonderdste jaar des levens van Noach, in de tweede maand, op den zeventienden dag der maand, op dezen zelfden dag zijn alle fonteinen des groten afgronds opengebroken, en de sluizen des hemels geopend.
Genesis 7:24En de wateren hadden de overhand boven de aarde, honderd en vijftig dagen.
Genesis 8:3Daartoe keerden de wateren weder van boven de aarde, heen en weder vloeiende, en de wateren namen af ten einde van honderd en vijftig dagen.
Genesis 8:13En het geschiedde in het zeshonderd en eerste jaar, in de eerste [maand], op den eersten derzelver maand, dat de wateren droogden van boven de aarde; toen deed Noach het deksel der ark af, en zag toe, en ziet, de aardbodem was gedroogd.
Genesis 9:28En Noach leefde na den vloed driehonderd en vijftig jaren.
Genesis 9:29Zo waren al de dagen van Noach negenhonderd en vijftig jaren; en hij stierf.
Genesis 11:10Deze zijn de geboorten van Sem: Sem was honderd jaren oud, en gewon Arfachsad, twee jaren na den vloed.
Genesis 11:11En Sem leefde, nadat hij Arfachsad gewonnen had, vijfhonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren.
Genesis 11:13En Arfachsad leefde, nadat hij Selah gewonnen had, vierhonderd en drie jaren; en hij gewon zonen en dochteren.
Genesis 11:15En Selah leefde, nadat hij Heber gewonnen had, vierhonderd en drie jaren, en hij gewon zonen en dochteren.
Genesis 11:17En Heber leefde, nadat hij Peleg gewonnen had, vierhonderd en dertig jaren; en hij gewon zonen en dochteren.
Genesis 11:19En Peleg leefde, nadat hij Rehu gewonnen had, tweehonderd en negen jaren; en hij gewon zonen en dochteren.
Genesis 11:21En Rehu leefde, nadat hij Serug gewonnen had, tweehonderd en zeven jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech