H3967 מֵאָה
honderd, driehonderd, vierhonderd, driehonderd , tweehonderd, vierhonderd

Bijbelteksten

Exodus 38:25Het zilver nu van de getelden der vergadering was honderd talenten, en duizend zevenhonderd vijf en zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms.
Exodus 38:26Een beka voor elk hoofd, [datis] een halve sikkel, naar den sikkel des heiligdoms, van een ieder, die overging tot de getelden, van twintig jaren oud en daarboven, [namelijk] zeshonderd drie duizend, vijfhonderd en vijftig.
Exodus 38:27En er waren honderd talenten zilver, om te gieten de voeten des heiligdoms, en de voeten des voorhangs; tot honderd voeten waren honderd talenten, een talent tot een voet.
Exodus 38:28Maar uit de duizend zevenhonderd vijf en zeventig [sikkelen] maakte hij de haken aan de pilaren, en hij overtrok hun hoofden, en omtoog ze met banden.
Exodus 38:29Het koper nu des beweegoffers was zeventig talenten, en twee duizend vierhonderd sikkelen.
Leviticus 26:8Vijf uit u zullen honderd vervolgen, en honderd uit u zullen tien duizend vervolgen; en uw vijanden zullen voor uw aangezicht door het zwaard vallen.
Numeri 1:21Hun getelden van den stam van Ruben waren zes en veertig duizend en vijfhonderd.
Numeri 1:23Hun getelden van den stam van Simeon waren negen en vijftig duizend en driehonderd.
Numeri 1:25Waren hun getelden van den stam van Gad vijf en veertig duizend zeshonderd en vijftig.
Numeri 1:27Waren hun getelden van den stam van Juda vier en zeventig duizend en zeshonderd.
Numeri 1:29Waren hun getelden van den stam van Issaschar vier en vijftig duizend en vierhonderd.
Numeri 1:31Waren hun getelden van den stam van Zebulon zeven en vijftig duizend en vierhonderd.
Numeri 1:33Waren hun getelden van den stam van Efraim veertig duizend en vijfhonderd;
Numeri 1:35Waren hun getelden van den stam van Manasse twee en dertig duizend en tweehonderd.
Numeri 1:37Waren hun getelden van den stam van Benjamin vijf en dertig duizend en vierhonderd.
Numeri 1:39Waren hun getelden van den stam van Dan twee en zestig duizend en zevenhonderd.
Numeri 1:41Waren hun getelden van den stam van Aser een en veertig duizend en vijfhonderd.
Numeri 1:43Waren hun getelden van den stam van Nafthali drie en vijftig duizend en vierhonderd.
Numeri 1:46Al de getelden dan waren zeshonderd drie duizend vijfhonderd en vijftig.
Numeri 2:4Zijn heir nu, en zijn getelden waren vier en zeventig duizend en zeshonderd.

Mede mogelijk dankzij