H4557 מִסְפָּר
few, nummer, getal, innumerable, account, time, all

Bijbelteksten

Job 31:37Het getal mijner treden zou ik hem aanwijzen; als een vorst zou ik tot hem naderen.
Job 36:26Zie, God is groot, en wij begrijpen het niet; er is ook geen onderzoeking van het getal Zijner jaren.
Job 38:21Gij weet het, want gij waart toen geboren, en uw dagen zijn veel in getal.
Psalm 40:13Want kwaden, tot zonder getal toe, hebben mij omgeven; mijn ongerechtigheden hebben mij aangegrepen, dat ik niet heb kunnen zien; zij zijn menigvuldiger dan de haren mijns hoofds, en mijn hart heeft mij verlaten.
Psalm 104:25Deze zee, die groot en wijd van ruimte is, daarin is het wriemelende gedierte, en dat zonder getal, kleine gedierten met grote.
Psalm 105:12Als zij weinig mensen in getal waren, ja, weinig en vreemdelingen daarin;
Psalm 105:34Hij sprak, en er kwamen sprinkhanen en kevers, en dat zonder getal;
Psalm 147:4Hij telt het getal der sterren; Hij noemt ze allen bij namen.
Psalm 147:5Onze Heere is groot en van veel kracht; Zijns verstands is geen getal.
Prediker 2:3Ik heb in mijn hart nagespeurd, om mijn vlees op te houden in den wijn, (nochtans leidende mijn hart in wijsheid) en om de dwaasheid vast te houden, totdat ik zou zien wat den kinderen der mensen het best ware, dat zij doen zouden onder den hemel, [gedurende] het getal der dagen huns levens.
Prediker 5:17Ziet, wat ik gezien heb, een goede zaak, die schoon is: te eten en te drinken, en te genieten het goede van al zijn arbeid, die hij bearbeid heeft onder de zon, [gedurende] het getal der dagen zijns levens, hetwelk God hem geeft; want dat is zijn deel.
Prediker 6:12Want wie weet, wat goed is voor den mens in dit leven, [gedurende] het getal der dagen van het leven zijner ijdelheid, welke hij doorbrengt als een schaduw? Want wie kan den mens aanzeggen, wat na hem wezen zal onder de zon?
Hooglied 6:8Er zijn zestig koninginnen en tachtig bijwijven, en maagden zonder getal.
Jesaja 10:19En de overgebleven bomen zijns wouds zullen weinig in getal zijn, ja, een jongen zou ze opschrijven.
Jesaja 21:17En het overgebleven getal der schutters, de helden der Kedarenen, zullen minder worden, want de HEERE, de God Israels, heeft het gesproken.
Jesaja 40:26Heft uw ogen op omhoog, en ziet, Wie deze dingen geschapen heeft; Die in getal hun heir voortbrengt; Die ze alle bij name roept, vanwege de grootheid [Zijner] krachten, en [omdat] Hij sterk van vermogen is; er wordt er niet een gemist.
Jeremia 2:28Waar zijn dan uw goden, die gij u gemaakt hebt? Laat ze opstaan, of zij u ten tijde uws kwaads zullen verlossen; want [naar] het getal uwer steden zijn uw goden, o Juda!
Jeremia 2:32Vergeet ook een jonkvrouw haar versiersel, [of] een bruid haar bindselen? Nochtans heeft Mijn volk Mij vergeten, dagen zonder getal.
Jeremia 11:13Want [naar] het getal uwer steden zijn uw goden geweest, o Juda! en [naar] het getal der straten van Jeruzalem hebt gijlieden altaren gesteld voor die schaamte, altaren om den Baal te roken.
Jeremia 44:28Maar die van het zwaard ontkomen, zullen uit Egypteland wederkeren in het land van Juda, weinig in getal; en het ganse overblijfsel van Juda, die in Egypteland gekomen zijn, om aldaar als vreemdelingen te verkeren, zullen weten, wiens woord bestaan zal, het Mijn of het hunne.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs