H4592 מְעַט
small, few, little, almost, while, small thing
2 Kronieken 12:7 | Als nu de HEERE zag, dat zij zich verootmoedigden, geschiedde het woord des HEEREN tot Semaja, zeggende: Zij hebben zich verootmoedigd, Ik zal hen niet verderven; maar Ik zal hun in kort ontkoming geven, dat Mijn grimmigheid over Jeruzalem door de hand van Sisak niet zal uitgegoten worden. |
2 Kronieken 29:34 | Doch van de priesteren waren er te weinig, en zij konden al den brandofferen de huid niet aftrekken; daarom hielpen hen hun broederen, de Levieten, totdat het werk geeindigd was, en totdat de [andere] priesters zich geheiligd hadden; want de Levieten waren rechter van hart, om zich te heiligen, dan de priesteren. |
Ezra 9:8 | En nu is er, als een klein ogenblik, een genade geschied van den HEERE, onzen God, om ons een ontkoming over te laten, en ons een nagel te geven in Zijn heilige plaats, om onze ogen te verlichten, o onze God, en om ons een weinig levens te geven in onze dienstbaarheid. |
Nehemia 2:12 | Daarna maakte ik mij des nachts op, ik en weinig mannen met mij, en ik gaf geen mens te kennen, wat mijn God in mijn hart gegeven had, om aan Jeruzalem te doen; en er was geen dier met mij, dan het dier, waarop ik reed. |
Nehemia 7:4 | De stad nu was wijd van ruimte en groot; doch des volks was weinig daarbinnen; en de huizen waren niet gebouwd. |
Job 10:20 | Zijn mijn dagen niet weinig? Houd op, zet van mij af, dat ik mij een weinig verkwikke; |
Job 15:11 | Zijn de vertroostingen Gods u te klein, en schuilt er enige zaak bij u? |
Job 24:24 | Zij zijn een weinig [tijds] verheven, daarna is er niemand van hen; zij worden nedergedrukt; gelijk alle [anderen] worden zij besloten; en gelijk de top ener aar worden zij afgesneden. |
Job 32:22 | Want ik weet geen bijnamen te gebruiken; in kort zou mijn Maker mij wegnemen. |
Psalm 2:12 | Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij [op] den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig zijn allen, die op Hem betrouwen. |
Psalm 8:6 | En hebt hem een weinig minder gemaakt dan de engelen, en hebt hem met eer en heerlijkheid gekroond? |
Psalm 37:10 | [Vau.] En nog een weinig, en de goddeloze zal er niet zijn; en gij zult acht nemen op zijn plaats, maar hij zal er niet wezen. |
Psalm 37:16 | [Teth.] Het weinige, dat de rechtvaardige heeft, is beter dan de overvloed veler goddelozen. |
Psalm 73:2 | Maar mij aangaande, mijn voeten waren bijna uitgeweken; mijn treden waren bijkans uitgeschoten. |
Psalm 81:15 | In kort zou Ik hun vijanden gedempt hebben, en Mijn hand gewend hebben tegen hun wederpartijders. |
Psalm 94:17 | Ten ware dat de HEERE mij een Hulp geweest ware, mijn ziel had bijna in de stilte gewoond. |
Psalm 105:12 | Als zij weinig mensen in getal waren, ja, weinig en vreemdelingen daarin; |
Psalm 109:8 | Dat zijn dagen weinig zijn; een ander neme zijn ambt; |
Psalm 119:87 | Zij hebben mij bijna vernietigd op de aarde, maar ik heb Uw bevelen niet verlaten. |
Spreuken 5:14 | Ik ben bijna in alle kwaad geweest, in het midden der gemeente en der vergadering! |