H4592 מְעַט
small, few, little, almost, while, small thing
Spreuken 6:10 | Een weinig slapens, een weinig sluimerens, een weinig handvouwens, al nederliggende; |
Spreuken 10:20 | De tong des rechtvaardigen is uitgelezen zilver; het hart der goddelozen is weinig [waard]. |
Spreuken 15:16 | Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij. |
Spreuken 16:8 | Beter is een weinig met gerechtigheid, dan de veelheid der inkomsten zonder recht. |
Spreuken 24:33 | Een weinig slapens, een weinig sluimerens, en weinig handvouwens, al nederliggende; |
Prediker 5:1 | Wees niet te snel met uw mond, en uw hart haaste niet een woord voort te brengen voor Gods aangezicht; want God is in den hemel, en gij zijt op de aarde; daarom laat uw woorden weinig zijn. |
Prediker 5:11 | De slaap des arbeiders is zoet, hij hebbe weinig of veel gegeten; maar de zatheid des rijken laat hem niet slapen. |
Prediker 9:14 | Er was een kleine stad, en weinig lieden waren daarin; en een groot koning kwam tegen haar, en hij omsingelde ze, en hij bouwde grote vastigheden tegen haar. |
Prediker 10:1 | Een dode vlieg doet de zalf des apothekers stinken [en] opwellen; [alzo] een weinig dwaasheid een [man], die kostelijk is van wijsheid [en] van eer. |
Prediker 12:3 | In den dag, wanneer de wachters des huizes zullen beven, en de sterke mannen zichzelven zullen krommen, en de maalsters zullen stilstaan, omdat zij minder geworden zijn, en die door de vensteren zien, verduisterd zullen worden; |
Hooglied 3:4 | Toen ik een weinigje van hen weggegaan was, vond ik Hem, Dien mijn ziel liefheeft; ik hield Hem vast, en liet Hem niet gaan, totdat ik Hem in mijner moeders huis gebracht had, en in de binnenste kamer van degene, die mij gebaard heeft. |
Jesaja 1:9 | Zo niet de HEERE der heirscharen ons nog een weinig overblijfsel had gelaten, als Sodom zouden wij geworden zijn; wij zouden Gomorra gelijk zijn geworden. |
Jesaja 7:13 | Toen zeide hij: Hoort gijlieden nu, gij, huis van David! is het ulieden te weinig, dat gij de mensen moede maakt, dat gij ook mijn God moede maakt? |
Jesaja 10:7 | Hoewel hij het zo niet meent, en zijn hart alzo niet denkt, maar hij zal in zijn hart hebben te verdelgen, en uit te roeien niet weinige volken. |
Jesaja 10:25 | Want nog een klein weinig, zo zal volbracht worden de gramschap, en Mijn toorn tot hun vernieling. |
Jesaja 16:14 | Maar nu spreekt de HEERE, zeggende: Binnen drie jaren (als de jaren eens huurlings), dan zal de eer van Moab verachtzaam gemaakt worden, met al die grote menigte; en het overblijfsel zal klein, weinig, onmachtig wezen. |
Jesaja 26:20 | Ga henen, mijn volk! ga in uw binnenste kamers, en sluit uw deuren na u toe; verberg u als een klein ogenblik, totdat de gramschap overga. |
Jesaja 29:17 | Is het niet nog om een klein weinig, dat de Libanon in een vruchtbaar veld zal veranderd worden, en het vruchtbare veld voor een woud geacht zal worden? |
Jeremia 42:2 | En zij zeiden tot den profeet Jeremia: Laat toch onze smeking voor uw aangezicht nedervallen, en bid voor ons tot den HEERE, uw God, voor dit ganse overblijfsel; want wij zijn weinigen van velen overgelaten, gelijk als uw ogen ons zien; |
Jeremia 51:33 | Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: De dochter van Babel is als een dorsvloer, het is tijd, dat men ze trede; nog een weinig, dan zal haar de tijd des oogstes overkomen. |