Psalm 54:9 | Want Hij heeft mij gered uit alle benauwdheid; en mijn oog heeft gezien op mijn vijanden. |
Psalm 56:14 | Want Gij hebt mijn ziel gered van den dood; ook niet mijn voeten van aanstoot, om voor Gods aangezicht te wandelen in het licht der levenden? |
Psalm 59:2 | Red mij van mijn vijanden, o mijn God! stel mij in een hoog vertrek voor degenen, die tegen mij opstaan. |
Psalm 59:3 | Red mij van de werkers der ongerechtigheid, en verlos mij van de mannen des bloeds. |
Psalm 69:15 | Ruk mij uit het slijk, en laat mij niet verzinken; laat mij gered worden van mijn haters, en uit de diepten der wateren. |
Psalm 70:2 | Haast U, o God, om mij te verlossen, o HEERE, tot mijn hulp. |
Psalm 71:2 | Red mij door Uw gerechtigheid, en bevrijd mij; neig Uw oor tot mij, en verlos mij. |
Psalm 71:11 | Zeggende: God heeft hem verlaten; jaagt na, en grijpt hem, want er is geen verlosser. |
Psalm 72:12 | Want hij zal den nooddruftige redden, die daar roept, mitsgaders den ellendige, en die geen helper heeft. |
Psalm 79:9 | Help ons, o God onzes heils! ter oorzake van de eer Uws Naams; en red ons, en doe verzoening over onze zonden, om Uws Naams wil. |
Psalm 82:4 | Verlost den arme en den behoeftige, rukt [hem] uit der goddelozen hand. |
Psalm 86:13 | Want Uw goedertierenheid is groot over mij; en Gij hebt mijn ziel uit het onderste des grafs uitgerukt. |
Psalm 91:3 | Want Hij zal u redden van den strik des vogelvangers, van de zeer verderfelijke pestilentie. |
Psalm 97:10 | Gij liefhebbers des HEEREN! haat het kwade; Hij bewaart de zielen Zijner gunstgenoten; Hij redt hen uit der goddelozen hand. |
Psalm 106:43 | Hij heeft hen menigmaal gered; maar zij verbitterden [Hem] door hun raad, en werden uitgeteerd door hun ongerechtigheid. |
Psalm 107:6 | Doch roepende tot den HEERE in de benauwdheid, die zij hadden, heeft Hij hen gered uit hun angsten; |
Psalm 109:21 | Maar Gij, o HEERE Heere! maak het met mij om Uws Naams wil; dewijl Uw goedertierenheid goed is, verlos mij. |
Psalm 119:43 | En ruk het woord der waarheid van mijn mond niet al te zeer, want ik hoop op Uw rechten. |
Psalm 119:170 | Laat mijn smeken voor Uw aanschijn komen, red mij naar Uw toezegging. |
Psalm 120:2 | O HEERE! red mijn ziel van de valse lippen, van de bedriegelijke tong. |