Psalm 105:17 | Hij zond een man voor hun aangezicht henen; Jozef werd verkocht tot een slaaf. |
Psalm 105:25 | Hij keerde hun hart om, dat zij Zijn volk haatten, dat zij met Zijn knechten listiglijk handelden. |
Psalm 105:26 | Hij zond Mozes, Zijn knecht, [en] Aaron, dien Hij verkoren had. |
Psalm 105:42 | Want Hij dacht aan Zijn heilig woord, aan Abraham, Zijn knecht. |
Psalm 109:28 | Laat hen vloeken, maar zegen Gij; laat hen zich opmaken, maar dat zij beschaamd worden; doch dat zich Uw knecht verblijde. |
Psalm 113:1 | Hallelujah! Looft, gij knechten des HEEREN! looft den Naam des HEEREN. |
Psalm 116:16 | Och, HEERE! zekerlijk ik ben Uw knecht, ik ben Uw knecht, een zoon Uwer dienstmaagd; Gij hebt mijn banden losgemaakt. |
Psalm 119:17 | Gimel. Doe wel bij Uw knecht, [dat] ik leve en Uw woord beware. |
Psalm 119:23 | [Als] zelfs de vorsten zittende tegen mij gesproken hebben, heeft Uw knecht Uw inzettingen betracht. |
Psalm 119:38 | Bevestig Uw toezeggingen aan Uw knecht, die Uw vreze toegedaan is. |
Psalm 119:49 | Zain. Gedenk des woords, tot Uw knecht [gesproken], op hetwelk Gij mij hebt doen hopen. |
Psalm 119:65 | Teth. Gij hebt bij Uw knecht goed gedaan, HEERE, naar Uw woord. |
Psalm 119:76 | Laat toch Uw goedertierenheid zijn om mij te troosten, naar Uw toezegging aan Uw knecht. |
Psalm 119:84 | Hoe vele zullen de dagen Uws knechts zijn? Wanneer zult Gij recht doen over mijn vervolgers? |
Psalm 119:91 | Naar Uw verordeningen blijven zij [nog] heden staan, want zij allen zijn Uw knechten. |
Psalm 119:122 | Wees borg voor Uw knecht ten goede; laat de hovaardigen mij niet onderdrukken. |
Psalm 119:124 | Doe bij Uw knecht naar Uw goedertierenheid, en leer mij Uw inzettingen. |
Psalm 119:125 | Ik ben Uw knecht, maak mij verstandig, en ik zal Uw getuigenissen kennen. |
Psalm 119:135 | Doe Uw aangezicht lichten over Uw knecht, en leer mij Uw inzettingen. |
Psalm 119:140 | Uw woord is zeer gelouterd, en Uw knecht heeft het lief. |