H5921 עַל
on, over, both, beyond, for, in, upon, throughout, through, by
Habakuk 1:16 | Daarom offert hij aan zijn garen, en rookt aan zijn net; want door dezelve is zijn deel vet geworden, en zijn spijze smoutig. |
Habakuk 1:17 | Zal hij dan daarom [altoos] zijn garen ledig maken, en zal hij niet verschonen, met altoos de volken te doden? |
Habakuk 2:1 | Ik stond op mijn wacht, en ik stelde mij op de sterkte, en ik hield wacht om te zien, wat Hij in mij spreken zou, en wat ik antwoorden zou op mijn bestraffing. |
Habakuk 2:2 | Toen antwoordde mij de HEERE, en zeide: Schrijf het gezicht, en stel het duidelijk op tafelen, opdat daarin leze die voorbijloopt. |
Habakuk 2:6 | Zouden [dan] niet al dezelve van hem een spreekwoord opnemen, en een uitlegging der raadselen van hem? En men zal zeggen: Wee dien, die vermeerdert hetgeen het zijne niet is (hoe lange!), en dien, die op zich laadt dik slijk. |
Habakuk 2:14 | Want de aarde zal vervuld worden, dat zij de heerlijkheid des HEEREN bekennen, gelijk de wateren [den bodem der] zee bedekken. |
Habakuk 2:15 | Wee dien, die zijn naaste te drinken geeft, gij, die uw wijnfles daarbij voegt, en ook dronken maakt, opdat gij hun naaktheden aanschouwt. |
Habakuk 2:16 | Gij zult [ook] verzadigd worden met schande, voor eer; drinkt gij ook, en ontbloot de voorhuid; de beker der rechterhand des HEEREN zal zich tot u wenden, en er zal een schandelijk uitbraaksel over uw heerlijkheid zijn. |
Habakuk 2:18 | Wat zal het gesneden beeld baten, dat zijn formeerder het gesneden heeft? [of] het gegoten beeld, hetwelk een leugenleraar is, dat de formeerder op zijn formeersel vertrouwt, als hij stomme afgoden gemaakt heeft? |
Habakuk 3:1 | Een gebed van Habakuk, den profeet, op Sjigjonoth. |
Habakuk 3:8 | Was de HEERE ontstoken tegen de rivieren? Was Uw toorn tegen de rivieren, was Uw verbolgenheid tegen de zee, toen Gij op Uw paarden reedt? Uw wagens waren heil. |
Habakuk 3:19 | De Heere HEERE is mijn Sterkte; en Hij zal mijn voeten maken als der hinden, en Hij zal mij doen treden op mijn hoogten. Voor den opperzangmeester op mijn Neginoth. |
Sefanja 1:2 | Ik zal ganselijk alles wegrapen uit dit land, spreekt de HEERE. |
Sefanja 1:3 | Ik zal wegrapen mensen en beesten; Ik zal wegrapen de vogelen des hemels, en de vissen der zee, en de ergernissen met de goddelozen; ja, Ik zal de mensen uit dit land uitroeien, spreekt de HEERE. |
Sefanja 1:4 | En Ik zal Mijn hand uitstrekken tegen Juda, en tegen alle inwoners van Jeruzalem; en Ik zal uit deze plaats uitroeien het overblijfsel van Baal, [en] den naam der Chemarim met de priesters; |
Sefanja 1:5 | En die zich nederbuigen op de daken voor het heir des hemels, en die zich nederbuigende zweren bij den HEERE, en zweren bij Malcham; |
Sefanja 1:8 | En het zal geschieden in den dag van het slachtoffer des HEEREN, dat Ik bezoeking zal doen over de vorsten, en over de kinderen des konings, en over allen, die zich kleden met vreemde kleding. |
Sefanja 1:9 | Ook zal Ik ten zelven dage bezoeking doen over al wie over den dorpel springt; die het huis hunner heren vullen met geweld en bedrog. |
Sefanja 1:12 | En het zal geschieden te dien tijde, Ik zal Jeruzalem met lantaarnen doorzoeken; en Ik zal bezoeking doen over de mannen, die stijf geworden zijn op hun droesem, die in hun hart zeggen: De HEERE doet geen goed, en Hij doet geen kwaad. |
Sefanja 1:16 | Een dag der bazuin en des geklanks tegen de vaste steden en tegen de hoge hoeken. |