H6256 עֵת
when, always, eveningtide +, season,
Job 39:4 | Weet gij den tijd van het baren der steengeiten? Hebt gij waargenomen den arbeid der hinden? |
Job 39:5 | Zult gij de maanden tellen, [die] zij vervullen, en weet gij den tijd van haar baren? |
Job 39:21 | Als het tijd is, verheft zij zich in de hoogte; zij belacht het paard en zijn rijder. |
Psalm 1:3 | Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, en welks blad niet afvalt; en al wat hij doet, zal wel gelukken. |
Psalm 4:8 | Gij hebt vreugde in mijn hart gegeven, meer dan ter tijd, als hun koren en hun most vermenigvuldigd zijn. |
Psalm 9:10 | En de HEERE zal een Hoog Vertrek zijn voor den verdrukte, een Hoog Vertrek in tijden van benauwdheid. |
Psalm 10:1 | O HEERE! waarom staat Gij van verre? [waarom] verbergt Gij U in tijden van benauwdheid? |
Psalm 10:5 | Zijn wegen maken te allen tijde smarte; Uw oordelen zijn een hoogte, verre van hem; al zijn tegenpartijders, die blaast hij aan. |
Psalm 21:10 | Gij zult hen zetten als een vurigen oven ter tijd uws [toornigen] aangezichts; de HEERE zal hen in Zijn toorn verslinden, en het vuur zal hen verteren. |
Psalm 31:16 | Mijn tijden zijn in Uw hand; red mij van de hand mijner vijanden, en van mijn vervolgers. |
Psalm 32:6 | Hierom zal U ieder heilige aanbidden in vindenstijd; ja, in een overloop van grote wateren zullen zij hem niet aanraken. |
Psalm 34:2 | [Aleph.] Ik zal den HEERE loven te aller tijd; Zijn lof zal geduriglijk in mijn mond zijn. |
Psalm 37:19 | Zij zullen niet beschaamd worden in den kwaden tijd, en in de dagen des hongers zullen zij verzadigd worden. |
Psalm 37:39 | [Thau.] Doch het heil der rechtvaardigen is van den HEERE; hun Sterkte ter tijd van benauwdheid. |
Psalm 62:9 | Vertrouw op Hem te aller tijd, o gij volk! Stort ulieder hart uit voor Zijn aangezicht; God is ons een Toevlucht. Sela. |
Psalm 69:14 | Maar mij aangaande, mijn gebed is tot U, o HEERE; er is een tijd des welbehagens, o God! door de grootheid Uwer goedertierenheid; verhoor mij door de getrouwheid Uws heils. |
Psalm 71:9 | Verwerp mij niet in den tijd des ouderdoms; verlaat mij niet, terwijl mijn kracht vergaat. |
Psalm 81:16 | Die den HEERE haten, zouden zich Hem geveinsdelijk onderworpen hebben, maar hunlieder tijd zou eeuwig geweest zijn. |
Psalm 102:14 | Gij zult opstaan, Gij zult U ontfermen over Sion, want de tijd om haar genadig te zijn, want de bestemde tijd is gekomen. |
Psalm 104:27 | Zij allen wachten op U, dat Gij [hun] hun spijze geeft te zijner tijd. |