Psalm 98:1 | Een psalm. Zingt den HEERE een nieuw lied; want Hij heeft wonderen gedaan; Zijn rechterhand, en de arm Zijner heiligheid, heeft Hem heil gegeven. |
Psalm 105:2 | Zingt Hem, psalmzingt Hem, spreekt aandachtelijk van al Zijn wonderen. |
Psalm 105:5 | Gedenkt Zijner wonderen, die Hij gedaan heeft, Zijner wondertekenen, en der oordelen Zijns monds. |
Psalm 106:7 | Onze vaders in Egypte hebben niet gelet op Uw wonderen; zij zijn der menigte Uwer goedertierenheden niet gedachtig geweest; maar zij waren wederspannig aan de zee, bij de Schelfzee. |
Psalm 106:22 | Wonderdaden in het land van Cham; vreselijke dingen aan de Schelfzee. |
Psalm 107:8 | Laat hen voor den HEERE Zijn goedertierenheid loven, en Zijn wonderwerken voor de kinderen der mensen. |
Psalm 107:15 | Laat hen voor den HEERE Zijn goedertierenheid loven, en Zijn wonderwerken voor de kinderen der mensen; |
Psalm 107:21 | Laat hen voor den HEERE Zijn goedertierenheid loven, en Zijn wonderwerken voor de kinderen der mensen; |
Psalm 107:24 | Die zien de werken des HEEREN, en Zijn wonderwerken in de diepte. |
Psalm 107:31 | Laat hen voor den HEERE Zijn goedertierenheid loven, en Zijn wonderwerken voor de kinderen der mensen, |
Psalm 111:4 | [Zain.] Hij heeft Zijn wonderen een gedachtenis gemaakt; [Cheth.] de HEERE is genadig en barmhartig. |
Psalm 118:23 | Dit is van den HEERE geschied, [en] het is wonderlijk in onze ogen. |
Psalm 119:18 | Ontdek mijn ogen, dat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet. |
Psalm 119:27 | Geef mij den weg Uwer bevelen te verstaan, opdat ik Uw wonderen betrachte. |
Psalm 131:1 | Een lied Hammaaloth, van David. O HEERE! mijn hart is niet verheven, en mijn ogen zijn niet hoog; ook heb ik niet gewandeld in [dingen] mij te groot en te wonderlijk. |
Psalm 136:4 | Dien, Die alleen grote wonderen doet; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. |
Psalm 139:14 | Ik loof U, omdat ik op een heel vreselijke wijze wonderbaarlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken! ook weet het mijn ziel zeer wel. |
Psalm 145:5 | [He.] Ik zal uitspreken de heerlijkheid der eer Uwer majesteit, en Uw wonderlijke daden. |
Spreuken 30:18 | Deze drie dingen zijn voor mij te wonderlijk, ja, vier, die ik niet weet: |
Jesaja 28:29 | Zulks komt ook voort van den HEERE der heirscharen; Hij is wonderlijk van raad, Hij is groot van daad. |