Psalm 31:6 | In Uw hand beveel ik mijn geest; Gij hebt mij verlost, HEERE, Gij, God der waarheid! |
Psalm 59:6 | Ja, Gij HEERE, God der heirscharen, God Israels! ontwaak, om al deze heidenen te bezoeken; wees niemand van hen genadig, die trouwelooslijk ongerechtigheid bedrijven. Sela. |
Psalm 65:10 | Gij bezoekt het land, en hebbende het begerig gemaakt, verrijkt Gij het grotelijks; de rivier Gods is vol waters; wanneer Gij het alzo bereid hebt, maakt Gij hunlieder koren gereed. |
Psalm 80:15 | O God der heirscharen! keer toch weder; aanschouw uit den hemel, en zie, en bezoek dezen wijnstok, |
Psalm 89:33 | Zo zal Ik hun overtreding met de roede bezoeken, en hun ongerechtigheid met plagen. |
Psalm 106:4 | Gedenk mijner, o HEERE! naar het welbehagen [tot] Uw volk, bezoek mij met Uw heil; |
Psalm 109:6 | Stel een goddeloze over hem, en de satan sta aan zijn rechterhand. |
Spreuken 19:23 | De vreze des HEEREN is ten leven; want men zal verzadigd zijnde vernachten; met het kwaad zal men niet bezocht worden. |
Jesaja 10:12 | Want het zal geschieden, als de HEERE een einde zal gemaakt hebben van al Zijn werk op den berg Sion en te Jeruzalem, dan zal Ik te huis zoeken de vrucht van de grootsheid des harten van den koning van Assyrie, en de pracht van de hoogheid zijner ogen. |
Jesaja 10:28 | Hij komt te Ajath, hij trekt door Migron; te Michmas legt hij zijn gereedschap af. |
Jesaja 13:4 | Er is een ruisende stem op de bergen, gelijk eens groten volks; een stem van gedruis der koninkrijken, der verzamelde heidenen; de HEERE der heirscharen monstert het krijgsheir. |
Jesaja 13:11 | Want Ik zal over de wereld de boosheid bezoeken, en over de goddelozen hun ongerechtigheid; en Ik zal den hoogmoed der stouten doen ophouden, en de hovaardij der tirannen zal Ik vernederen. |
Jesaja 23:17 | Want het zal geschieden ten einde van zeventig jaren, dat de HEERE Tyrus zal bezoeken, en dat zij wederkeren zal tot haar hoerenloon, en zij zal hoererij bedrijven met alle koninkrijken der aarde, die op den aardbodem zijn. |
Jesaja 24:21 | En het zal geschieden te dien dage, dat de HEERE bezoeking doen zal over de heirscharen des hogen in de hoogte, en over de koningen des aardbodems op den aardbodem. |
Jesaja 24:22 | En zij zullen samenvergaderd worden, [gelijk] de gevangenen in een put, en zij zullen besloten worden in een gevangenis, maar na vele dagen [weder] bezocht worden. |
Jesaja 26:14 | Dood zijnde zullen zij niet [weder] leven, overleden zijnde zullen zij niet opstaan; daarom hebt Gij hen bezocht, en hebt hen verdelgd, en Gij hebt al hun gedachtenis doen vergaan. |
Jesaja 26:16 | HEERE! in benauwdheid hebben zij U bezocht; zij hebben [hun] stil gebed uitgestort, als Uw tuchtiging over hen was. |
Jesaja 26:21 | Want ziet, de HEERE zal uit Zijn plaats uitgaan, om de ongerechtigheid van de inwoners der aarde over hen te bezoeken; en de aarde zal haar bloed ontdekken, en zal haar doodgeslagenen niet langer bedekt houden. |
Jesaja 27:1 | Te dien dage zal de HEERE met Zijn hard, en groot, en sterk zwaard bezoeken den Leviathan, de langwemelende slang, ja, den Leviathan, de kromme slomme slang; en Hij zal den draak, die in de zee is, doden. |
Jesaja 27:3 | Ik, de HEERE, behoede dien, alle ogenblik zal Ik hem bevochtigen; opdat [de vijand] hem niet bezoeke, zal Ik hem bewaren nacht en dag. |