H6921 קָדִים
oosten, oostwaards, wind (oosten), oosterwind

Bijbelteksten

Ezechiel 47:18Den oosterhoek nu zult gijlieden meten van tussen Havran, en van tussen Damaskus, en van tussen Gilead, en van tussen het land Israels aan den Jordaan, van de landpale af tot de Oostzee toe; en [dat] zal de oosterhoek zijn.
Ezechiel 48:1Dit nu zijn de namen der stammen. Van het einde noordwaarts, aan de zijde des wegs van Hethlon, waar men komt te Hamath, Hazar-enon, de landpale van Damaskus, noordwaarts aan de zijde van Hamath (ook zal hij den ooster- [en] westerhoek hebben), [zal] Dan een [snoer hebben].
Ezechiel 48:2En aan de landpale van Dan, van den oosterhoek tot den westerhoek toe, Aser een.
Ezechiel 48:3En aan de landpale van Aser, van den oosterhoek af tot den westerhoek toe, Nafthali een.
Ezechiel 48:4En aan de landpale van Nafthali, van den oosterhoek tot den westerhoek toe, Manasse een.
Ezechiel 48:5En aan de landpale van Manasse, van den oosterhoek tot den westerhoek toe, Efraim een.
Ezechiel 48:6En aan de landpale van Efraim, van den oosterhoek tot den westerhoek toe, Ruben een.
Ezechiel 48:7En aan de landpale van Ruben, van den oosterhoek tot den westerhoek toe, Juda een.
Ezechiel 48:8Aan de landpale nu van Juda, van den oosterhoek tot den westerhoek toe, zal het hefoffer zijn, dat gijlieden zult offeren, vijf en twintig duizend [meetrieten] in breedte, en de lengte, als van een der [andere] delen, van den oosterhoek tot den westerhoek toe; en het heiligdom zal in het midden deszelven zijn.
Ezechiel 48:10En daarin zal het heilig hefoffer zijn voor de priesteren, noordwaarts [de lengte] van vijf en twintig duizend, en westwaarts de breedte van tien duizend, en oostwaarts, de breedte van tien duizend, en zuidwaarts de lengte van vijf en twintig duizend; en het heiligdom des HEEREN zal in het midden deszelven zijn.
Ezechiel 48:16En dit zullen haar maten zijn: de noorderhoek, vier duizend en vijfhonderd [meetrieten]; en de zuiderhoek vier duizend en vijfhonderd en van den oosterhoek vier duizend en vijfhonderd; en de westerhoek vier duizend en vijfhonderd.
Ezechiel 48:17De voorsteden nu der stad zullen zijn, noordwaarts tweehonderd en vijftig, en zuidwaarts tweehonderd en vijftig, en oostwaarts tweehonderd en vijftig, en westwaarts tweehonderd en vijftig.
Ezechiel 48:18En het overgelatene in de lengte, tegenover het heilig hefoffer, zal zijn tien duizend oostwaarts, en tien duizend westwaarts; en het zal tegenover het heilig hefoffer zijn; en de inkomst daarvan zal wezen tot onderhoud voor degenen, die de stad dienen.
Ezechiel 48:21En het overgelatene zal voor den vorst zijn, van deze en van gene zijde des heiligen hefoffers, en van de bezitting der stad, voor aan de vijf en twintig duizend [meetrieten] des hefoffers, tot aan de ooster- en westerlandpale, voor aan de vijf en twintig duizend aan de westerlandpale, tegenover de [andere] delen, [dat] zal voor den vorst zijn; en het heilig hefoffer, en het heiligdom des huizes, zal in het midden daarvan zijn.
Ezechiel 48:23Aangaande voorts het overige der stammen; van den oosterhoek tot den westerhoek toe, Benjamin een [snoer].
Ezechiel 48:24En aan de landpale van Benjamin, van den oosterhoek tot den westerhoek toe, Simeon een.
Ezechiel 48:25En aan de landpale van Simeon, van den oosterhoek tot de westerhoek toe, Issaschar een.
Ezechiel 48:26En aan de landpale van Issaschar, van den oosterhoek tot aan den westerhoek toe, Zebulon een.
Ezechiel 48:27En aan de landpale van Zebulon, van den oosterhoek tot den westerhoek toe, Gad een.
Ezechiel 48:32En aan den oosterhoek, vier duizend en vijfhonderd [maten], en drie poorten: namelijk, een poort van Jozef, een poort van Benjamin, een poort van Dan.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel