1 Samuel 1:6 | En haar tegenpartijdige tergde haar ook met terging, om haar te vergrimmen, omdat de HEERE haar baarmoeder toegesloten had. |
1 Samuel 2:10 | Die met den HEERE twisten, zullen verpletterd worden; Hij zal in den hemel over hen donderen; de HEERE zal de einden der aarde richten, en zal Zijn Koning sterkte geven, en den hoorn Zijns Gezalfden verhogen. |
1 Samuel 7:10 | En het geschiedde, toen Samuel dat brandoffer offerde, zo kwamen de Filistijnen aan ten strijde tegen Israel; en de HEERE donderde te dien dage met een groten donder over de Filistijnen, en Hij verschrikte hen, zodat zij verslagen werden voor het aangezicht van Israel. |
2 Samuel 22:14 | De HEERE donderde van den hemel, en de Allerhoogste gaf Zijn stem. |
1 Kronieken 16:32 | Dat de zee bruise met haar volheid, dat het veld huppele van vreugde, met al wat daarin is. |
Job 37:4 | Daarna brult Hij met de stem; Hij dondert met de stem Zijner hoogheid, en vertrekt die dingen niet, als Zijn stem zal gehoord worden. |
Job 37:5 | God dondert met Zijn stem zeer wonderlijk; Hij doet grote dingen, en wij begrijpen ze niet. |
Job 40:4 | Hebt gij een arm gelijk God? En kunt gij, gelijk Hij, met de stem donderen? |
Psalm 18:14 | En de HEERE donderde in den hemel, en de Allerhoogste gaf Zijn stem, hagel en vurige kolen. |
Psalm 29:3 | De stem des HEEREN is op de wateren, de God der ere dondert; de HEERE is op de grote wateren. |
Psalm 96:11 | Dat de hemelen zich verblijden, en de aarde zich verheuge, dat de zee bruise met haar volheid. |
Psalm 98:7 | De zee bruise met haar volheid, de wereld met degenen, die daarin wonen. |
Ezechiel 27:35 | Alle inwoners der eilanden zijn over u ontzet, en hun koningen staan de haren te berge, zij zijn verbaasd van aangezicht. |