H7657 שִׁבְעִים
three score and (ten, etc...), twelve, seventy
Genesis 4:24 | Want Kain zal zevenvoudig gewroken worden, maar Lamech zeventigmaal zevenmaal. |
Genesis 5:12 | En Kenan leefde zeventig jaren, en hij gewon Mahalal-el. |
Genesis 5:31 | Zo waren al de dagen van Lamech zevenhonderd zeven en zeventig jaren; en hij stierf. |
Genesis 11:26 | En Terah leefde zeventig jaren, en gewon Abram, Nahor en Haran. |
Genesis 12:4 | En Abram toog heen, gelijk de HEERE tot hem gesproken had; en Lot toog met hem; en Abram was vijf en zeventig jaren oud, toen hij uit Haran ging. |
Genesis 25:7 | Dit nu zijn de dagen der jaren des levens van Abraham, welke hij geleefd heeft, honderd vijf en zeventig jaren. |
Genesis 46:27 | En de zonen van Jozef, die hem in Egypte geboren zijn, waren twee zielen. Al de zielen van het huis van Jakob, die in Egypte kwamen, waren zeventig. |
Genesis 50:3 | En veertig dagen werden aan hem vervuld; want alzo werden vervuld de dagen dergenen, die gebalsemd werden; en de Egyptenaars beweenden hem zeventig dagen. |
Exodus 1:5 | Al de zielen nu, die uit Jakobs heup voortgekomen zijn, waren zeventig zielen; doch Jozef was in Egypte. |
Exodus 15:27 | Toen kwamen zij te Elim, en daar waren twaalf waterfonteinen, en zeventig palmbomen; en zij legerden zich aldaar aan de wateren. |
Exodus 24:1 | Daarna zeide Hij tot Mozes: Klim op tot den HEERE, gij en Aaron, Nadab en Abihu, en zeventig van de oudsten van Israel; en buigt u neder van verre! |
Exodus 24:9 | Mozes nu en Aaron klommen opwaarts, ook Nadab en Abihu, en zeventig van de oudsten van Israel. |
Exodus 38:25 | Het zilver nu van de getelden der vergadering was honderd talenten, en duizend zevenhonderd vijf en zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms. |
Exodus 38:28 | Maar uit de duizend zevenhonderd vijf en zeventig [sikkelen] maakte hij de haken aan de pilaren, en hij overtrok hun hoofden, en omtoog ze met banden. |
Exodus 38:29 | Het koper nu des beweegoffers was zeventig talenten, en twee duizend vierhonderd sikkelen. |
Numeri 1:27 | Waren hun getelden van den stam van Juda vier en zeventig duizend en zeshonderd. |
Numeri 2:4 | Zijn heir nu, en zijn getelden waren vier en zeventig duizend en zeshonderd. |
Numeri 3:43 | En alle eerstgeborenen, die mannelijk waren, in het getal der namen, van een maand oud en daarboven, naar hun getelden, waren twee en twintig duizend tweehonderd en drie en zeventig. |
Numeri 3:46 | Aangaande de tweehonderd drie en zeventig, die gelost zullen worden, die overschieten, boven de Levieten, van de eerstgeborenen van de kinderen Israels; |
Numeri 7:13 | En zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig [sikkelen]; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer; |