H7673 שָׁבַת
ophouden, rusten

Bijbelteksten

2 Koningen 23:11En hij schafte de paarden af, die de koningen van Juda voor de zon gesteld hadden, van den ingang van het huis des HEEREN, tot de kamer van Nathan-melech, den hoveling, die in Parvarim was; en de wagenen der zon verbrandde hij met vuur.
2 Kronieken 16:5En het geschiedde, als Baesa [zulks] hoorde, dat hij afliet van Rama te bouwen, en zijn werk staakte.
2 Kronieken 36:21Opdat het woord des HEEREN vervuld wierd, door den mond van Jeremia, totdat het land aan zijn sabbatten een welgevallen had; het rustte al de dagen der verwoesting, totdat de zeventig jaren vervuld waren.
Nehemia 4:11Nu hadden onze vijanden gezegd: Zij zullen het niet weten, noch zien, totdat wij in het midden van hen komen, en slaan hen dood; alzo zullen wij het werk doen ophouden.
Nehemia 6:3En ik zond boden tot hen, om te zeggen: Ik doe een groot werk, zodat ik niet zal kunnen afkomen; waarom zou dit werk ophouden, terwijl ik het zou nalaten, en tot ulieden afkomen?
Job 32:1Toen hielden de drie mannen op van Job te antwoorden, dewijl hij in zijn ogen rechtvaardig was.
Psalm 8:3Uit den mond der kinderkens en der zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest, om Uwer tegenpartijen wil, om den vijand en wraakgierige te doen ophouden.
Psalm 46:10Die de oorlogen doet ophouden tot aan het einde der aarde, den boog verbreekt, en de spies aan twee slaat, de wagenen met vuur verbrandt.
Psalm 89:45Gij hebt zijn schoonheid doen ophouden; en Gij hebt zijn troon ter aarde nedergestoten.
Psalm 119:119Gij doet alle goddelozen der aarde weg [als] schuim, daarom heb ik Uw getuigenissen lief.
Spreuken 18:18Het lot doet de geschillen ophouden, en maakt scheiding tussen machtigen.
Spreuken 22:10Drijf den spotter uit, en het gekijf zal weggaan, en het geschil met de schande zal ophouden.
Jesaja 13:11Want Ik zal over de wereld de boosheid bezoeken, en over de goddelozen hun ongerechtigheid; en Ik zal den hoogmoed der stouten doen ophouden, en de hovaardij der tirannen zal Ik vernederen.
Jesaja 14:4Dan zult gij deze spreuk opnemen tegen den koning van Babel, en zeggen: Hoe houdt de drijver op? [Hoe] houdt de goudene op?
Jesaja 16:10Alzo dat de blijdschap en vrolijkheid weggenomen is van het vruchtbare veld, en in de wijngaarden wordt niet gezongen, [noch] enig gejuich gemaakt; de [druiven]treder treedt geen wijn uit in de wijnbakken, ik heb het vreugdegeschrei doen ophouden.
Jesaja 17:3En de vesting zal ophouden van Efraim, en het koninkrijk van Damaskus, en het overblijfsel der Syriers; zij zullen zijn gelijk de heerlijkheid der kinderen Israels, spreekt de HEERE der heirscharen.
Jesaja 21:2Een hard gezicht is mij te kennen gegeven: die trouweloze handelt trouwelooslijk, en die verstoorder verstoort; trek op, o Elam! beleger ze, o Media! Ik heb al haar zuchting doen ophouden.
Jesaja 24:8De vreugde der trommelen rust; het geluid der vrolijk huppelenden houdt op, de vreugde der harp rust.
Jesaja 30:11Wijkt af van den weg, maakt u van de baan; laat den Heilige Israels van ons ophouden!
Jesaja 33:8De gebaande wegen zijn verwoest, die door de paden gaat, houdt op; hij vernietigt het verbond, hij veracht de steden, hij acht geen mens.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken