H7843 שָׁחַת
destroy, mar, corrupters, corrupt, , destroyer
Jesaja 11:9 | Men zal nergens leed doen noch verderven op den gansen berg Mijner heiligheid; want de aarde zal vol van kennis des HEEREN zijn, gelijk de wateren [den bodem] der zee bedekken. |
Jesaja 14:20 | Gij zult bij dezelve niet gevoegd worden in de begrafenis; want gij hebt uw land verdorven, [en] uw volk gedood; het zaad der boosdoeners zal in der eeuwigheid niet genoemd worden. |
Jesaja 36:10 | En nu ben ik zonder den HEERE opgetogen tegen dit land, om dat te verderven. De HEERE heeft tot mij gezegd: Trek op tegen dat land, en verderf het. |
Jesaja 37:12 | Hebben de goden der volken die mijn vaders verdorven hebben, dezelven gered, [als] Gozan, en Haran, en Rezef, en de kinderen van Eden, die in Telasser waren? |
Jesaja 51:13 | En vergeet den HEERE, Die u gemaakt heeft, Die de hemelen heeft uitgebreid, en de aarde gegrond heeft, en vreest geduriglijk den gansen dag, vanwege de grimmigheid des benauwers, wanneer hij zich bereidt om te verderven? Waar is dan de grimmigheid des benauwers? |
Jesaja 54:16 | Zie, Ik heb den smid geschapen, die de kolen in het vuur opblaast, en die het instrument voortbrengt tot zijn werk; ook heb Ik den verderver geschapen, om te vernielen. |
Jesaja 65:8 | Alzo zegt de HEERE: Gelijk wanneer men most in een bos druiven vindt, men zegt: Verderf ze niet, want er is een zegen in; alzo zal Ik het om Mijner knechten wil doen, dat Ik hen niet allen verderve. |
Jesaja 65:25 | De wolf en het lam zullen te zamen weiden, en de leeuw zal stro eten als een rund, en stof zal de spijze der slang zijn; zij zullen geen kwaad doen noch verderven op Mijn gansen heiligen berg zegt de HEERE. |
Jeremia 2:30 | Tevergeefs heb Ik uw kinderen geslagen; zij hebben de tucht niet aangenomen; ulieder zwaard heeft uw profeten verteerd, als een verdorven leeuw. |
Jeremia 4:7 | De leeuw is opgekomen uit zijn haag, en de verderver der heidenen is opgetrokken, hij is uitgegaan uit zijn plaats, om uw land te stellen in verwoestingen; uw steden zullen verstoord worden, dat er niemand in wone. |
Jeremia 5:10 | Beklimt haar muren, en verderft ze (doch maakt geen voleinding); doet haar spitsen weg, want zij zijn des HEEREN niet. |
Jeremia 6:5 | Maakt u op, en laat ons optrekken in den nacht, en haar paleizen verderven! |
Jeremia 6:28 | Zij zijn allen de afvalligsten der afvalligen, wandelende [in] achterklap; zij zijn koper en ijzer; zij zijn altemaal verdervers. |
Jeremia 11:19 | En ik was als een lam, [als] een os, die geleid wordt om te slachten; want ik wist niet, dat zij gedachten tegen mij dachten, [zeggende:] Laat ons den boom met zijn vrucht verderven, en laat ons hem uit het land der levenden uitroeien, dat zijn naam niet meer gedacht worde. |
Jeremia 12:10 | Veel herders hebben Mijn wijngaard verdorven, zij hebben Mijn akker vertreden; zij hebben Mijn gewensten akker gesteld tot een woeste wildernis. |
Jeremia 13:7 | Zo ging ik naar den Frath, en groef, en nam den gordel van de plaats, alwaar ik dien verstoken had; en ziet, de gordel was verdorven en deugde nergens toe. |
Jeremia 13:9 | Zo zegt de HEERE: Alzo zal Ik verderven de hovaardij van Juda, en die grote hovaardij van Jeruzalem. |
Jeremia 13:14 | En Ik zal hen in stukken slaan, den een tegen den ander, zo de vaders als de kinderen te zamen, spreekt de HEERE; Ik zal niet verschonen noch sparen, noch Mij ontfermen, dat Ik hen niet zou verderven. |
Jeremia 15:3 | Want Ik zal bezoeking over hen doen [met] vier geslachten, spreekt de HEERE: met het zwaard, om te doden; en met de honden, om te slepen; en met het gevogelte des hemels, en met het gedierte der aarde, om op te eten en te verderven. |
Jeremia 15:6 | Gij hebt Mij verlaten, spreekt de HEERE; gij zijt achterwaarts gegaan; daarom zal Ik Mijn hand tegen u uitstrekken en u verderven; Ik ben des berouwens moede geworden. |