H7969 שָׁלוֹשׁ
thirteenth +, three, third, thirteen +,
Ezra 2:25 | De kinderen van Kirjath-arim, Cefira en Beeroth, zevenhonderd drie en veertig. |
Ezra 2:28 | De mannen van Beth-el en Ai, tweehonderd drie en twintig. |
Ezra 2:32 | De kinderen van Harim, driehonderd en twintig. |
Ezra 2:34 | De kinderen van Jericho, driehonderd vijf en veertig. |
Ezra 2:35 | De kinderen van Senaa, drie duizend zeshonderd en dertig. |
Ezra 2:36 | De priesters. De kinderen van Jedaja, van het huis van Jesua, negenhonderd drie en zeventig. |
Ezra 2:58 | Al de Nethinim, en de kinderen der knechten van Salomo, waren driehonderd twee en negentig. |
Ezra 2:64 | Deze ganse gemeente te zamen was twee en veertig duizend driehonderd [en] zestig. |
Ezra 2:65 | Behalve hun knechten en hun maagden, die waren zeven duizend driehonderd zeven en dertig; en zij hadden tweehonderd zangers en zangeressen. |
Ezra 8:5 | Van de kinderen van Sechanja, de zoon van Jahaziel; en met hem driehonderd manspersonen. |
Ezra 8:15 | En ik vergaderde hen aan de rivier, gaande naar Ahava, en wij legerden ons aldaar drie dagen; toen lette ik op het volk en de priesteren, en vond aldaar geen van de kinderen van Levi. |
Ezra 8:32 | En wij kwamen te Jeruzalem; en wij bleven aldaar drie dagen. |
Ezra 10:8 | En al wie niet kwam in drie dagen, naar den raad der vorsten en der oudsten, al zijn have zou verbannen zijn; en hij zelf zou afgezonderd wezen van de gemeente der weggevoerden. |
Ezra 10:9 | Toen verzamelden zich alle mannen van Juda en Benjamin te Jeruzalem in drie dagen; het was de negende maand op den twintigsten in de maand; en al het volk zat op de straat van Gods huis, sidderende om deze zaak, en vanwege de plasregenen. |
Nehemia 2:11 | En ik kwam te Jeruzalem, en was daar drie dagen. |
Nehemia 7:9 | De kinderen van Sefatja, driehonderd twee en zeventig; |
Nehemia 7:17 | De kinderen van Azgad, twee duizend, driehonderd twee en twintig; |
Nehemia 7:22 | De kinderen van Hassum, driehonderd acht en twintig; |
Nehemia 7:23 | De kinderen van Bezai, driehonderd vier en twintig; |
Nehemia 7:29 | De mannen van Kirjath-jearim, Cefira en Beeroth, zevenhonderd drie en veertig; |