H7971 שָׁלַח
zenden, wegzenden

Bijbelteksten

Job 18:8Want met zijn voeten zal hij in het net geworpen worden, en zal in het wargaren wandelen.
Job 20:23Er zij [wat] om zijn buik te vullen; [God] zal over hem de hitte Zijns toorns zenden, en over hem regenen op zijn spijze.
Job 21:11Hun jonge kinderen zenden zij uit als een kudde, en hun kinderen huppelen.
Job 22:9De weduwen hebt gij ledig weggezonden, en de armen der wezen zijn verbrijzeld.
Job 28:9Hij legt zijn hand aan de keiachtige [rots], hij keert de bergen van den wortel om.
Job 30:11Want Hij heeft mijn zeel losgemaakt, en mij bedrukt; daarom hebben zij den breidel voor mijn aangezicht afgeworpen.
Job 30:12Ter rechterhand staat de jeugd op, stoten mijn voeten uit, en banen tegen mij hun verderfelijke wegen.
Job 30:24Maar Hij zal tot een aardhoop de hand niet uitsteken; is er bij henlieden geschrei in zijn verdrukking?
Job 38:35Kunt gij de bliksemen uitlaten, dat zij henenvaren, en tot u zeggen: Zie, [hier] zijn wij?
Job 39:6Als zij zich krommen, haar jongen met versplijting voortbrengen, haar smarten uitwerpen?
Job 39:8Wie heeft den woudezel vrij henengezonden, en wie heeft de banden des wilden ezels gelost?
Psalm 18:15En Hij zond Zijn pijlen uit, en verstrooide ze; en Hij vermenigvuldigde de bliksemen, en verschrikte ze.
Psalm 18:17Hij zond van de hoogte, Hij nam mij, Hij trok mij op uit grote wateren.
Psalm 20:3Hij zende uw hulp uit het heiligdom, en ondersteune u uit Sion.
Psalm 43:3Zend Uw licht en Uw waarheid, dat die mij leiden; dat zij mij brengen tot den berg Uwer heiligheid, en tot Uw woningen;
Psalm 44:3Gij hebt de heidenen met Uw hand uit de bezitting verdreven, maar henlieden geplant; Gij hebt de volken geplaagd, henlieden daarentegen doen voortschieten.
Psalm 50:19Uw mond slaat gij in het kwade, en uw tong koppelt bedrog.
Psalm 55:21Hij slaat zijn handen aan degenen, die vrede met Hem hadden; hij ontheiligt Zijn verbond.
Psalm 57:4Hij zal van den hemel zenden, en mij verlossen, te schande makende dengene, die mij zoekt op te slokken. Sela. God zal Zijn goedertierenheid en Zijn waarheid zenden.
Psalm 59:1Een gouden kleinood van David, voor den opperzangmeester, Altascheth; toen Saul gezonden had, die [zijn] huis bewaren zouden, om hem te doden.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken