Psalm 144:7 | Steek Uw handen van de hoogte uit; ontzet mij, en ruk mij uit de grote wateren, uit de hand der vreemden; |
Psalm 147:15 | Hij zendt Zijn bevel [op] aarde; Zijn woord loopt zeer snel. |
Psalm 147:18 | Hij zendt Zijn woord, en doet ze smelten; Hij doet Zijn wind waaien, de wateren vloeien henen. |
Spreuken 6:14 | In zijn hart zijn verkeerdheden, hij smeedt te aller tijd kwaad; hij werpt twisten in. |
Spreuken 6:19 | Een vals getuige, [die] leugenen blaast; en die tussen broederen krakelen inwerpt. |
Spreuken 9:3 | Zij heeft Haar dienstmaagden uitgezonden; Zij nodigt op de tinnen van de hoogten der stad: |
Spreuken 10:26 | Gelijk edik den tanden, en gelijk rook den ogen is zo is de luie dengenen die hem uitzenden. |
Spreuken 16:28 | Een verkeerd man zal krakeel inwerpen; en een oorblazer scheidt den voornaamsten vriend. |
Spreuken 17:11 | Zekerlijk, de wederspannige zoekt het kwaad; maar een wrede bode zal tegen hem gezonden worden. |
Spreuken 22:21 | Om u bekend te maken de zekerheid van de redenen der waarheid; opdat gij de redenen der waarheid antwoorden moogt dengenen, die u zenden. |
Spreuken 25:13 | Een trouw gezant is dengenen, die hem zenden, als de koude der sneeuw ten dage des oogstes; want hij verkwikt zijns heren ziel. |
Spreuken 26:6 | Hij snijdt [zich] de voeten af, [en] drinkt geweld, die boodschappen zendt door den hand van een zot. |
Spreuken 29:15 | De roede, en de bestraffing geeft wijsheid; maar een kind, dat [aan zichzelf] gelaten is, beschaamt zijn moeder. |
Spreuken 31:19 | [Jod.] Zij steekt haar handen uit naar de spil, en haar handpalmen vatten den spinrok. |
Spreuken 31:20 | [Caph.] Zij breidt haar handpalm uit tot den ellendige; en zij steekt haar handen uit tot den nooddruftige. |
Prediker 11:1 | Werp uw brood uit op het water, want gij zult het vinden na vele dagen. |
Hooglied 5:4 | Mijn Liefste trok Zijn hand van het gat [der deur]; en mijn ingewand werd ontroerd om Zijnentwil. |
Jesaja 6:8 | Daarna hoorde ik de stem des Heeren, dewelke zeide: Wien zal Ik zenden, en wie zal voor Ons henengaan? Toen zeide ik: Zie, [hier] ben ik, zend mij henen. |
Jesaja 9:7 | De Heere heeft een woord gezonden in Jakob, en het is gevallen in Israel. |
Jesaja 10:6 | Ik zal hem zenden tegen een huichelachtig volk, en Ik zal hem bevel geven tegen het volk Mijner verbolgenheid; opdat hij den roof rove, en plundere de plundering, en stelle het ter vertreding, gelijk het slijk der straten. |