Numeri 3:43 | En alle eerstgeborenen, die mannelijk waren, in het getal der namen, van een maand oud en daarboven, naar hun getelden, waren twee en twintig duizend tweehonderd en drie en zeventig. |
Numeri 4:32 | Mitsgaders de pilaren des voorhofs rondom, hun voeten, en hun pennen, en hun zelen, met al hun gereedschap, en met al hun dienst; en het gereedschap van de waarneming van hun last zult gij bij namen tellen. |
Numeri 6:27 | Alzo zullen zij Mijn Naam op de kinderen Israels leggen; en Ik zal hen zegenen. |
Numeri 11:3 | Daarom noemde hij den naam dier plaats Thab-era, omdat het vuur des HEEREN onder hen gebrand had. |
Numeri 11:26 | Maar twee mannen waren in het leger overgebleven; des enen naam was Eldad, en des anderen naam Medad; en die Geest rustte op hen (want zij waren onder de aangeschrevenen, hoewel zij tot de tent niet uitgegaan waren), en zij profeteerden in het leger. |
Numeri 11:34 | Daarom heet men den naam derzelver plaats Kibroth Thaava; want daar begroeven zij het volk, dat belust was geweest. |
Numeri 13:4 | En dit zijn hun namen: van den stam van Ruben, Sammua, de zoon van Zaccur. |
Numeri 13:16 | Dit zijn de namen der mannen, die Mozes zond, om dat land te verspieden; en Mozes noemde Hosea, den zoon van Nun, Jozua. |
Numeri 16:2 | En zij stonden op voor het aangezicht van Mozes, mitsgaders tweehonderd en vijftig mannen uit de kinderen Israels, oversten der vergadering, de geroepenen der samenkomst, mannen van naam. |
Numeri 17:2 | Spreek tot de kinderen Israels, en neem van hen voor elk vaderlijk huis een staf, van al hun oversten, naar het huis hunner vaderen, twaalf staven; eens iegelijken naam zult gij schrijven op zijn staf. |
Numeri 17:3 | Doch Aarons naam zult gij schrijven op den staf van Levi; want een staf zal er zijn voor het hoofd van het huis hunner vaderen. |
Numeri 21:3 | De HEERE dan verhoorde de stem van Israel, en gaf de Kanaanieten over; en hij verbande hen en hun steden; en hij noemde den naam dier plaats Horma. |
Numeri 25:14 | De naam nu des verslagenen Israelietischen mans, die verslagen was met de Midianietin, was Zimri, de zoon van Salu, een overste van een vaderlijk huis der Simeonieten. |
Numeri 25:15 | En de naam der verslagene Midianietische vrouw was Kozbi, een dochter van Zur, die een hoofd was der volken van een vaderlijk huis onder de Midianieten. |
Numeri 26:33 | Doch Zelafead, de zoon van Hefer, had geen zonen, maar dochters; en de namen der dochteren van Zelafead waren: Machla en Noa, Hogla, Milka en Tirza. |
Numeri 26:46 | En de naam der dochter van Aser was Serah. |
Numeri 26:53 | Aan dezen zal het land uitgedeeld worden ter erfenis, naar het getal der namen. |
Numeri 26:55 | Het land nochtans zal door het lot gedeeld worden; naar de namen der stammen hunner vaderen zullen zij erven. |
Numeri 26:59 | En de naam der huisvrouw van Amram was Jochebed, de dochter van Levi, welke [de huisvrouw] van Levi baarde in Egypte; en deze baarde aan Amram, Aaron, en Mozes, en Mirjam, hun zuster. |
Numeri 27:1 | Toen naderden de dochteren van Zelafead, den zoon van Hefer, den zoon van Gilead, den zoon van Machir, den zoon van Manasse, onder de geslachten van Manasse, den zoon van Jozef (en dit zijn de namen zijner dochteren: Machla, Noa, en Hogla, en Milka, en Tirza); |