H8055 שָׂמַח
glad, merry, rejoice, joyful, joy, misc
Psalm 104:34 | Mijn overdenking van Hem zal zoet zijn; ik zal mij in den HEERE verblijden. |
Psalm 105:3 | Roemt u in den Naam Zijner heiligheid; het hart dergenen, die den HEERE zoeken, verblijde zich. |
Psalm 105:38 | Egypte was blijde, als zij uittrokken, want hun verschrikking was op hen gevallen. |
Psalm 106:5 | Opdat ik aanschouwe het goede Uwer uitverkorenen; opdat ik mij verblijde met de blijdschap Uws volks; opdat ik mij beroeme met Uw erfdeel. |
Psalm 107:30 | Dan zijn zij verblijd, omdat zij gestild zijn, en dat Hij hen tot de haven hunner begeerte geleid heeft. |
Psalm 107:42 | De oprechten zien het, en zijn verblijd, maar alle ongerechtigheid stopt haar mond. |
Psalm 109:28 | Laat hen vloeken, maar zegen Gij; laat hen zich opmaken, maar dat zij beschaamd worden; doch dat zich Uw knecht verblijde. |
Psalm 118:24 | Dit is de dag, [dien] de HEERE gemaakt heeft; laat ons op denzelven ons verheugen, en verblijd zijn. |
Psalm 119:74 | Die U vrezen, zullen mij aanzien, en zich verblijden, omdat ik op Uw woord gehoopt heb. |
Psalm 122:1 | Een lied Hammaaloth, van David. Ik verblijd mij in degenen, die tot mij zeggen: Wij zullen in het huis des HEEREN gaan. |
Psalm 149:2 | Dat Israel zich verblijde in Dengene, Die hem gemaakt heeft; dat de kinderen Sions zich verheugen over hun Koning. |
Spreuken 5:18 | Uw springader zij gezegend; en verblijd u vanwege de huisvrouw uwer jeugd; |
Spreuken 10:1 | De spreuken van Salomo. Een wijs zoon verblijdt den vader; maar een zot zoon is zijner moeder droefheid. |
Spreuken 12:25 | Bekommernis in het hart des mensen buigt het neder; maar een goed woord verblijdt het. |
Spreuken 13:9 | Het licht der rechtvaardigen zal zich verblijden; maar de lamp der goddelozen zal uitgeblust worden. |
Spreuken 15:20 | Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot mens veracht zijn moeder. |
Spreuken 15:30 | Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet. |
Spreuken 17:21 | Wie een zot genereert, [die] zal hem tot droefheid zijn; en de vader des dwazen zal zich niet verblijden. |
Spreuken 23:15 | Mijn zoon! zo uw hart wijs is, mijn hart zal blijde zijn, ja, ik. |
Spreuken 23:24 | De vader des rechtvaardigen zal zich zeer verheugen; en die een wijzen [zoon] gewint, zal zich over hem verblijden. |