H8121 שֶׁמֶשׁ
sunrising +, windows, sun, east side +,
Psalm 74:16 | De dag is Uwe, ook is de nacht Uwe; Gij hebt het licht en de zon bereid. |
Psalm 84:12 | Want God, de HEERE, is een Zon en Schild; de HEERE zal genade en eer geven; Hij zal het goede niet onthouden dengenen, die in oprechtheid wandelen. |
Psalm 89:37 | Zijn zaad zal in der eeuwigheid zijn, en zijn troon zal voor Mij zijn gelijk de zon. |
Psalm 104:19 | Hij heeft de maan gemaakt tot de gezette tijden, de zon weet haar ondergang. |
Psalm 104:22 | De zon opgaande, maken zij zich weg, en liggen neder in hun holen. |
Psalm 113:3 | Van den opgang der zon af tot haar nedergang, zij de Naam des HEEREN geloofd. |
Psalm 121:6 | De zon zal u des daags niet steken, noch de maan des nachts. |
Psalm 136:8 | De zon tot heerschappij op den dag; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. |
Psalm 148:3 | Looft Hem, zon en maan! Looft Hem, alle gij lichtende sterren! |
Prediker 1:3 | Wat voordeel heeft de mens van al zijn arbeid, dien hij arbeidt onder de zon? |
Prediker 1:5 | Ook rijst de zon op, en de zon gaat onder, en zij hijgt naar haar plaats, waar zij oprees. |
Prediker 1:9 | Hetgeen er geweest is, hetzelve zal er zijn, en hetgeen er gedaan is, hetzelve zal er gedaan worden; zodat er niets nieuws is onder de zon. |
Prediker 1:14 | Ik zag al de werken aan, die onder de zon geschieden; en ziet, het was al ijdelheid en kwelling des geestes. |
Prediker 2:11 | Toen wendde ik mij tot al mijn werken, die mijn handen gemaakt hadden, en tot den arbeid, dien ik werkende gearbeid had; ziet, het was al ijdelheid en kwelling des geestes, en daarin was geen voordeel onder de zon. |
Prediker 2:17 | Daarom haatte ik dit leven, want dit werk dacht mij kwaad, dat onder de zon geschiedt; want het is al ijdelheid en kwelling des geestes. |
Prediker 2:18 | Ik haatte ook al mijn arbeid, dien ik bearbeid had onder de zon, dat ik dien zou achterlaten aan een mens, die na mij wezen zal. |
Prediker 2:19 | Want wie weet, of hij wijs zal zijn, of dwaas? Evenwel zal hij heersen over al mijn arbeid, dien ik bearbeid heb en dien ik wijselijk beleid heb onder de zon. Dat is ook ijdelheid. |
Prediker 2:20 | Daarom keerde ik mij om, om mijn hart te doen wanhopen over al den arbeid, dien ik bearbeid heb onder de zon. |
Prediker 2:22 | Wat heeft toch die mens van al zijn arbeid, en van de kwellingen zijns harten, dien hij is bearbeidende onder de zon? |
Prediker 3:16 | Verder heb ik ook gezien onder de zon, ter plaatse des gerichts, aldaar was goddeloosheid; en ter plaatse der gerechtigheid, aldaar was goddeloosheid. |