H8267 שֶׁקֶר
leugen, bedrog, misleiding

Bijbelteksten

Spreuken 10:18Die den haat bedekt, is van valse lippen, en die een kwaad gerucht voortbrengt, is een zot.
Spreuken 11:18De goddeloze doet een vals werk; maar [voor] degene, die gerechtigheid zaait, is trouwe loon.
Spreuken 12:17Die waarheid voortbrengt, maakt gerechtigheid bekend; maar een getuige der valsheden, bedrog.
Spreuken 12:19Een waarachtige lip zal bevestigd worden in eeuwigheid; maar een valse tong is [maar] voor een ogenblik.
Spreuken 12:22Valse lippen zijn den HEERE een gruwel; maar die trouwelijk handelen, zijn Zijn welgevallen.
Spreuken 13:5De rechtvaardige haat leugentaal; maar de goddeloze maakt zich stinkende, en doet zich schaamte aan.
Spreuken 14:5Een waarachtig getuige zal niet liegen; maar een vals getuige blaast leugens.
Spreuken 17:4De boosdoener merkt op de ongerechtige lip; een leugenaar neigt het oor tot de verkeerde tong.
Spreuken 17:7Een voortreffelijke lip past een dwaze niet, veelmin een prins een leugenachtige lip.
Spreuken 19:5Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en die leugenen blaast, zal niet ontkomen.
Spreuken 19:9Een vals getuige zal niet onschuldig zijn; en die leugenen blaast, zal vergaan.
Spreuken 20:17Het brood der leugen is den mens zoet; maar daarna zal zijn mond vol van zandsteentjes worden.
Spreuken 21:6Te arbeiden om schatten met een valse tong, is een voortgedrevene ijdelheid dergenen, die den dood zoeken.
Spreuken 25:14Een man, die zichzelven beroemt over een valse gift, is [als] wolken en wind, waar geen regen bij is.
Spreuken 25:18Een man, tegen zijn naaste een valse getuigenis sprekende, is een hamer, en zwaard, en scherpe pijl.
Spreuken 26:28Een valse tong haat degenen, die zij verbrijzelt; en een gladde mond maakt omstoting.
Spreuken 29:12Een heerser, die op leugentaal acht geeft, al zijn dienaars zijn goddeloos.
Spreuken 31:30[Schin.] De bevalligheid is bedrog, en de schoonheid ijdelheid; [maar] een vrouw, die den HEERE vreest, die zal geprezen worden.
Jesaja 9:14(De oude en aanzienlijke, die is de kop; maar de profeet, die valsheid leert, die is de staart.)
Jesaja 28:15Omdat gijlieden zegt: Wij hebben een verbond met den dood gemaakt, en met de hel hebben wij een voorzichtig verdrag gemaakt; wanneer de overvloeiende gesel doortrekken zal, zal hij tot ons niet komen; want wij hebben de leugen ons tot een toevlucht gesteld, en onder de valsheid hebben wij ons verborgen.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin