Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
aigia'los, zn m van aisso (rennen) en ἅλς G00251 (in de zin van de zee);
zeekust, strand
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
αἰγιαλός, -οῦ, ὁ (on the derivation, v. Boisacq, s.v.), [in LXX: Jg 5:17 (חוֹף H2548), Si 24:14*;] the sea-shore, beach (cf. Field, Notes, 146; DCG, i, 175 f.; MM, VGT, s.v.): Mt 13:2, 48, Jo 21:4, Ac 21:5 27:39, 40.†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
αἰγιᾰλός, ὁ,