Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
gullâ, zn. vrl., TWOT 353c; van גָּלַל H1556 (E. Klein, p. 99); Vergl. Akkad. gullum "vat", Ugar. gl "kop" (OTW, גלה).
1) oliekruikje, oliehouder (Pred. 12:6; Zach. 4:2, 3); 2) bol, kogel (1 Kon. 7:41, 42; 2 Kron. 4:12, 13); 3) bron (Joz. 15:19; Richt. 1:15)
גלה gullāh -- bowl, hemispherical basin; auteur: W.F. Smelik
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!