Spreuken 15:11 | De hel en het verderf zijn voor den HEERE; hoeveel te meer de harten van des mensen kinderen? |
Spreuken 15:24 | De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. |
Spreuken 23:24 | De vader des rechtvaardigen zal zich zeer verheugen; en die een wijzen [zoon] gewint, zal zich over hem verblijden. |
Spreuken 27:20 | De hel en het verderf worden niet verzadigd; alzo worden de ogen des mensen niet verzadigd. |
Spreuken 30:16 | Het graf, de gesloten baarmoeder, de aarde, [die] van water niet verzadigd wordt, en het vuur zegt niet: Het is genoeg! |
Prediker 9:10 | Alles wat uw hand vindt om te doen, doe [dat] met uw macht; want er is geen werk, noch verzinning, noch wetenschap, noch wijsheid in het graf, daar gij heengaat. |
Hooglied 8:6 | Zet mij als een zegel op Uw hart, als een zegel op Uw arm; want de liefde is sterk als de dood; de ijver is hard als het graf; haar kolen zijn vurige kolen, vlammen des HEEREN. |
Jesaja 5:14 | Daarom zal het graf zichzelf wijd opensperren, en zijn mond opendoen, zonder maat; opdat nederdale haar heerlijkheid, en haar menigte, met haar gedruis, en die in haar van vreugde opspringt. |
Jesaja 14:9 | De hel van onderen was beroerd om uwentwil, om [u] tegemoet te gaan, als gij kwaamt; zij wekt om uwentwil de doden op, al de bokken der aarde; zij doet al de koningen der heidenen van hun tronen opstaan. |
Jesaja 14:11 | Uw hovaardij is in de hel nedergestort, [met] het geklank uwer luiten; de maden zullen onder u gestrooid worden, en de wormen zullen u bedekken. |
Jesaja 14:15 | Ja, in de hel zult gij nedergestoten worden, aan de zijden van den kuil! |
Jesaja 28:15 | Omdat gijlieden zegt: Wij hebben een verbond met den dood gemaakt, en met de hel hebben wij een voorzichtig verdrag gemaakt; wanneer de overvloeiende gesel doortrekken zal, zal hij tot ons niet komen; want wij hebben de leugen ons tot een toevlucht gesteld, en onder de valsheid hebben wij ons verborgen. |
Jesaja 28:18 | En ulieder verbond met den dood zal te niet worden, en uw voorzichtig verdrag met de hel zal niet bestaan; wanneer de overvloeiende gesel doortrekken zal, dan zult gijlieden van denzelven vertreden worden. |
Jesaja 38:10 | Ik zeide: Vanwege de afsnijding mijner dagen, zal ik tot de poorten des grafs heengaan, ik word beroofd van het overige mijner jaren. |
Jesaja 38:18 | Want het graf zal U niet loven, de dood zal U [niet] prijzen; die in den kuil nederdalen, zullen op Uw waarheid niet hopen. |
Jesaja 57:9 | En gij trekt met olie tot den koning, en gij vermenigvuldigt uw welriekende zalven; en gij zendt uw gezanten verre weg, en vernedert u tot de hel toe. |
Ezechiel 31:15 | Zo zegt de Heere HEERE: Ten dage, als hij ter helle nederdaalde, maakte Ik een treuren; Ik bedekte om zijnentwil den afgrond, en weerde de stromen van dien, en de grote wateren werden geschut; en Ik maakte den Libanon om zijnentwil zwart, en al het geboomte des velds was om zijnentwil bewonden. |
Ezechiel 31:16 | Van het geluid zijns vals deed Ik de heidenen beven, als Ik hem ter helle deed nederdalen, met degenen, die in den kuil nederdalen; en alle bomen van Eden, de keur en het beste van Libanon, alle [bomen], die water drinken, troostten zich in het onderste der aarde. |
Ezechiel 31:17 | Diezelve daalden ook met hem neder ter helle, tot de verslagenen van het zwaard; en die zijn arm geweest waren, [die] onder zijn schaduw in het midden der heidenen gezeten hadden. |
Ezechiel 32:21 | De machtigste der helden zullen hem, met zijn helpers, toespreken, uit het midden der hel; zij zijn nedergedaald, de onbesnedenen liggen er, verslagen van het zwaard; |